Raag Malaar, het woord van de toegewijde Naam Dayv Jee:
Eén Universele Schepper-God. Bij de gratie van de ware goeroe:
Dien de koning, de soevereine heer van de wereld. Hij heeft geen afkomst; Hij is onberispelijk en puur.
Zegen mij alstublieft met de gave van toewijding, waar de nederige heiligen om smeken. ||1||Pauze||
Zijn huis is het paviljoen dat in alle richtingen te zien is; Zijn decoratieve hemelse rijken vullen de zeven werelden.
In Zijn Huis woont de maagd Lakshmi. De maan en de zon zijn Zijn twee lampen; de ellendige Boodschapper van de Dood ensceneert zijn drama's en heft belastingen op iedereen.
Dat is mijn Soevereine Heer Koning, de Allerhoogste Heer van allen. ||1||
In Zijn Huis woont de Brahma met vier gezichten, de kosmische pottenbakker. Hij heeft het hele universum geschapen.
In Zijn Huis woont de krankzinnige Shiva, de Guru van de Wereld; hij schenkt spirituele wijsheid om de essentie van de werkelijkheid te onthullen.
Zonde en deugd zijn de vaandeldragers aan Zijn Deur; Chitr en Gupt zijn de registrerende engelen van het bewuste en onderbewuste.
De rechtvaardige rechter van Dharma, de Heer van de Vernietiging, is de portier.
Dat is de Opperste Soevereine Heer van de Wereld. ||2||
In Zijn Huis zijn de hemelse herauten, hemelse zangers, Rishi's en arme minstrelen, die zo lieflijk zingen.
Alle Shaastra's nemen verschillende vormen aan in Zijn theater en zingen prachtige liedjes.
De wind zwaait met de vliegenborstel over Hem heen;
Zijn dienstmaagd is Maya, die de wereld heeft veroverd.
Het omhulsel van de aarde is Zijn vuurplaats.
Zo is de Soevereine Heer van de drie werelden. ||3||
In Zijn Huis is de hemelse schildpad het bedframe, geweven met de snaren van de duizendkoppige slang.
Zijn bloemenmeisjes zijn de achttien ladingen vegetatie; Zijn waterdragers zijn de negenhonderdzestig miljoen wolken.
Zijn zweet is de rivier de Ganges.
De zeven zeeën zijn Zijn waterkruiken.
De schepselen van de wereld zijn Zijn huishoudelijke gebruiksvoorwerpen.
Dat is de Soevereine Heer Koning van de drie werelden. ||4||
In Zijn huis zijn Arjuna, Dhroo, Prahlaad, Ambreek, Naarad, Nayjaa, de Siddha's en Boeddha's, de tweeënnegentig hemelse herauten en hemelse zangers in hun wonderbaarlijke spel.
Alle schepselen van de wereld zijn in Zijn Huis.
De Heer is verspreid in de innerlijke wezens van allen.
Bidt Naam Dayv, zoek Zijn bescherming.
Alle toegewijden zijn Zijn banier en insigne. ||5||1||
Malaar:
Vergeet mij alsjeblieft niet; vergeet mij alsjeblieft niet,
Vergeet mij alstublieft niet, O Heer. ||1||Pauze||
De tempelpriesters hebben daar twijfels over en iedereen is woedend op mij.
Ze noemden mij een lage kaste en onaantastbaar, sloegen mij en joegen mij weg; wat moet ik nu doen, o geliefde Vader Heer? ||1||
Als U mij bevrijdt nadat ik dood ben, zal niemand weten dat ik bevrijd ben.
Deze pandits, deze religieuze geleerden noemen mij laaggeboren; als ze dit zeggen, bezoedelen ze ook uw eer. ||2||
Je wordt vriendelijk en meelevend genoemd; de kracht van Your Arm is absoluut ongeëvenaard.
De Heer draaide de tempel om en keek naar Naam Dayv; Hij keerde de brahmanen de rug toe. ||3||2||