Prabhaatee, Eerste Mehl, Dakhnee:
Ahalyaa was de vrouw van Gautam de ziener. Toen Indra haar zag, werd ze verleid.
Toen hij duizend sporen van schande op zijn lichaam ontving, voelde hij spijt in zijn geest. ||1||
broers en zussen van het lot, niemand maakt bewust fouten.
Alleen hij vergist zich, die de Heer zelf zo maakt. Hij alleen begrijpt, die de Heer doet begrijpen. ||1||Pauze||
Harichand, de koning en heerser van zijn land, besefte de waarde van zijn vooraf bepaalde lot niet.
Als hij had geweten dat het een vergissing was, zou hij niet zo'n schijn van liefdadigheid hebben gemaakt, en zou hij niet op de markt zijn verkocht. ||2||
De Heer nam de vorm aan van een dwerg en vroeg om wat land.
Als koning Bal Hem had herkend, zou hij niet zijn misleid en naar de onderwereld zijn gestuurd. ||3||
Vyaas leerde en waarschuwde de koning Janmayjaa om drie dingen niet te doen.
Maar hij voerde het heilige feest uit en doodde achttien brahmanen; het verslag van iemands daden uit het verleden kan niet worden gewist. ||4||
Ik probeer de rekening niet te berekenen; Ik aanvaard de Hukam van Gods Gebod. Ik spreek met intuïtieve liefde en respect.
Wat er ook gebeurt, ik zal de Heer loven. Het is allemaal Uw glorieuze grootheid, o Heer. ||5||
De Gurmukh blijft afstandelijk; vuiligheid hecht zich nooit aan hem. Hij blijft voor altijd in Gods Heiligdom.
De dwaze, eigenzinnige manmukh denkt niet aan de toekomst; hij wordt overvallen door pijn, en dan heeft hij spijt. ||6||
De Schepper die deze schepping heeft geschapen, handelt en zorgt ervoor dat iedereen handelt.
O Heer, egoïstische trots wijkt niet af van de ziel. Als je vervalt in egoïstische trots, wordt je geruïneerd. ||7||
Iedereen maakt fouten; alleen de Schepper maakt geen fouten.
O Nanak, verlossing komt door de Ware Naam. Door de genade van Guru wordt er één vrijgelaten. ||8||4||
Prabhaatee, Eerste Mehl:
Het zingen en luisteren naar de Naam, de Naam van de Heer, is mijn steun.
Waardeloze verwikkelingen zijn beëindigd en verdwenen.
De eigenzinnige manmukh, gevangen in dualiteit, verliest zijn eer.
Behalve de Naam heb ik helemaal geen andere. ||1||
Luister, o blinde, dwaze, idiote geest.
Schaamt u zich niet voor uw komen en gaan in reïncarnatie? Zonder de Guru zul je keer op keer verdrinken. ||1||Pauze||
Deze geest wordt geruïneerd door zijn gehechtheid aan Maya.
Het bevel van de Oerheer is vooraf bepaald. Voor wie moet ik huilen?
Slechts enkelen, zoals Gurmukh, begrijpen dit.
Zonder de Naam wordt niemand bevrijd. ||2||
Mensen dwalen verdwaald, wankelend en struikelend door 8,4 miljoen incarnaties.
Zonder de Guru te kennen, kunnen ze niet ontsnappen aan de strop van de Dood.
Deze geest gaat van het ene op het andere moment van de hemel naar de onderwereld.
De Gurmukh overweegt de Naam en wordt vrijgelaten. ||3||
Wanneer God Zijn oproep verzendt, is er geen tijd voor uitstel.
Wanneer iemand sterft in het Woord van de Shabad, leeft hij in vrede.
Zonder de Guru begrijpt niemand het.
De Heer Zelf handelt en inspireert iedereen om te handelen. ||4||
Er komt een einde aan innerlijke conflicten en het zingen van de glorieuze lofzangen van de Heer.
Door de Perfecte Ware Guru wordt men intuïtief opgenomen in de Heer.
Deze wiebelende, onstabiele geest wordt gestabiliseerd,
en men leeft de levensstijl van echte daden. ||5||
Als iemand in zichzelf vals is, hoe kan hij dan zuiver zijn?
Hoe zeldzaam zijn degenen die zich wassen met de Shabad.
Hoe zeldzaam zijn degenen die, zoals Gurmukh, de waarheid naleven.
Hun komen en gaan in reïncarnatie is voorbij. ||6||