Laat laster en afgunst jegens anderen varen.
Lezen en studeren, ze branden en vinden geen rust.
Sluit u aan bij de Sat Sangat, de Ware Congregatie, prijs de Naam, de Naam van de Heer. De Heer, de Opperziel, zal je helper en metgezel zijn. ||7||
Verlaat seksueel verlangen, woede en slechtheid.
Laat uw betrokkenheid bij egoïstische zaken en conflicten varen.
Als je het Heiligdom van de Ware Goeroe zoekt, zul je gered worden. Op deze manier zullen jullie de angstaanjagende wereldoceaan oversteken, o broers en zussen van het lot. ||8||
In het hiernamaals zul je de vurige rivier van giftige vlammen moeten oversteken.
Er zal niemand anders zijn; je ziel zal helemaal alleen zijn.
De oceaan van vuur spuugt golven van verschroeiende vlammen uit; de eigenzinnige manmukhs vallen erin en worden daar geroosterd. ||9||
Bevrijding komt van de Guru; Hij schenkt deze zegen door het genot van Zijn Wil.
Hij alleen kent de weg, die hem verkrijgt.
Vraag het dus aan iemand die het heeft verkregen, o broers en zussen van het lot. Dien de ware goeroe en vind vrede. ||10||
Zonder de Guru sterft hij verstrikt in zonde en corruptie.
De Boodschapper van de Dood slaat zijn hoofd en vernedert hem.
De lasterlijke persoon wordt niet van zijn banden bevrijd; hij verdrinkt en belastert anderen. ||11||
Spreek dus de waarheid en realiseer de Heer diep van binnen.
Hij is niet ver weg; kijk en zie Hem.
Geen obstakels zullen uw weg blokkeren; word Gurmukh en steek over naar de andere kant. Dit is de manier om de angstaanjagende wereldoceaan over te steken. ||12||
De Naam, de Naam van de Heer, verblijft diep in het lichaam.
De Schepper Heer is eeuwig en onvergankelijk.
De ziel sterft niet en kan niet worden gedood; God schept en waakt over alles. Door het Woord van de Shabad wordt Zijn Wil gemanifesteerd. ||13||
Hij is onberispelijk en kent geen duisternis.
De Ware Heer Zelf zit op Zijn troon.
De trouweloze cynici worden vastgebonden en gekneveld, en gedwongen om in reïncarnatie rond te dwalen. Ze sterven en worden herboren, en blijven komen en gaan. ||14||
De dienaren van de Guru zijn de geliefden van de Ware Guru.
Ze beschouwen de Shabad en zitten op Zijn troon.
Ze beseffen de essentie van de werkelijkheid en kennen de toestand van hun innerlijke wezen. Dit is de ware glorieuze grootheid van degenen die zich bij de Sat Sangat aansluiten. ||15||
Hijzelf redt Zijn nederige dienaar, en ook zijn voorouders.
Zijn metgezellen worden bevrijd; Hij draagt ze over.
Nanak is de dienaar en slaaf van die Gurmukh die zijn bewustzijn liefdevol op de Heer richt. ||16||6||
Maaroo, eerste Mehl:
Eeuwenlang overheerste alleen duisternis;
de oneindige, eindeloze Heer werd opgenomen in de oorspronkelijke leegte.
Hij zat alleen en onaangedaan in absolute duisternis; de wereld van conflict bestond niet. ||1||
Zo gingen zesendertig tijdperken voorbij.
Hij zorgt ervoor dat alles gebeurt door het genot van Zijn Wil.
Er is geen rivaal van Hem te zien. Hij Zelf is oneindig en eindeloos. ||2||
God is door de vier tijdperken heen verborgen – begrijp dit goed.
Hij doordringt ieder hart en zit in de buik.
De Ene en Enige Heer heerst door de eeuwen heen. Hoe zeldzaam zijn degenen die de Guru beschouwen en dit begrijpen. ||3||
Uit de vereniging van het sperma en het ei werd het lichaam gevormd.
Uit de vereniging van lucht, water en vuur ontstaat het levende wezen.
Hijzelf speelt vreugdevol in de woning van het lichaam; al de rest is slechts gehechtheid aan Maya's uitgestrektheid. ||4||
In de baarmoeder van de moeder, ondersteboven, mediteerde de sterveling op God.
De innerlijke kenner, de zoeker van harten, weet alles.
Met iedere ademhaling overwoog hij de Ware Naam, diep in zichzelf, in de baarmoeder. ||5||