Hij weet het zelf, en Hij handelt zelf; Hij legde de tuin van de wereld aan. ||1||
Geniet van het verhaal, het verhaal van de geliefde Heer, dat een blijvende vrede brengt. ||Pauze||
Zij die niet geniet van de Liefde van haar Echtgenoot Heer, zal uiteindelijk spijt krijgen en zich bekeren.
Ze wringt haar handen en slaat met haar hoofd, als de nacht van haar leven voorbij is. ||2||
Er komt niets voort uit bekering, als het spel al afgelopen is.
Zij zal pas de kans krijgen om van haar Geliefde te genieten als zij weer aan de beurt is. ||3||
De gelukkige zielsbruid bereikt haar Echtgenoot Heer – zij is zoveel beter dan ik.
Ik heb geen van haar verdiensten of deugden; wie moet ik de schuld geven? ||4||
Ik zal het aan de zusters gaan vragen die genoten hebben van hun echtgenoot Heer.
Ik raak hun voeten aan en vraag hen mij het Pad te tonen. ||5||
Zij die de Hukam van Zijn Gebod begrijpt, O Nanak, past de Vrees voor God toe als haar sandelhoutolie;
zij charmeert haar Geliefde met haar deugdzaamheid, en verkrijgt zo Hem. ||6||
Zij die haar Geliefde in haar hart ontmoet, blijft verenigd met Hem; dit heet werkelijk unie.
Hoezeer ze ook naar Hem verlangt, ze zal Hem niet alleen door woorden ontmoeten. ||7||
Zoals metaal weer in metaal smelt, zo smelt liefde ook in liefde.
Door de genade van de Goeroe wordt dit inzicht verkregen, en dan verkrijgt men de onbevreesde Heer. ||8||
Er staat misschien een boomgaard met betelnootbomen in de tuin, maar de ezel waardeert de waarde ervan niet.
Als iemand van een geur houdt, kan hij de bloem ervan echt waarderen. ||9||
Iemand die de ambrosia drinkt, O Nanak, laat zijn twijfels en omzwervingen varen.
Gemakkelijk en intuïtief blijft hij vermengd met de Heer en verkrijgt hij de onsterfelijke status. ||10||1||
Tilang, Vierde Mehl:
De Guru, mijn vriend, heeft mij de verhalen en de preek van de Heer verteld.
Ik ben een offer aan mijn Guru; voor de Guru ben ik een offer. ||1||
Kom, sluit u bij mij aan, O Sikh van de Guru, kom en sluit u bij mij aan. Jij bent de geliefde van mijn goeroe. ||Pauze||
De glorieuze lofprijzingen van de Heer zijn aangenaam voor de Heer; Ik heb ze van de Guru gekregen.
Ik ben een offer, een offer voor degenen die zich overgeven aan en gehoorzamen aan de wil van de Guru. ||2||
Ik ben toegewijd en toegewijd aan degenen die naar de geliefde Ware Guru staren.
Ik ben voor altijd een offer voor degenen die diensten verlenen aan de Guru. ||3||
Uw Naam, O Heer, Har, Har, is de Vernietiger van verdriet.
Door de Guru te dienen, wordt het verkregen, en als Gurmukh wordt men geëmancipeerd. ||4||
Deze nederige wezens die mediteren over de Naam van de Heer worden gevierd en geprezen.
Nanak is een offer voor hen, voor altijd en altijd een toegewijd offer. ||5||
O Heer, dat alleen is lof aan U, wat Uw Wil behaagt, o Heer God.
Die Gurmukhs, die hun geliefde Heer dienen, ontvangen Hem als hun beloning. ||6||
Degenen die liefde voor de Heer koesteren, hun ziel is altijd bij God.
Terwijl ze zingen en mediteren op hun Geliefde, leven en verzamelen ze in de Naam van de Heer. ||7||
Ik ben een offer voor die Gurmukhs die hun geliefde Heer dienen.
Zijzelf worden gered, samen met hun families, en via hen wordt de hele wereld gered. ||8||
Mijn geliefde goeroe dient de Heer. Gezegend is de Guru, Gezegend is de Guru.
De Guru heeft mij het Pad van de Heer getoond; de Guru heeft de grootste goede daad gedaan. ||9||