De jongere bruid is nu bij mij en de oudste heeft een andere echtgenoot genomen. ||2||2||32||
Aasaa:
Mijn schoondochter heette eerst Dhannia, de vrouw van rijkdom,
maar nu heet ze Raam-jannia, de dienaar van de Heer. ||1||
Deze kaalgeschoren heiligen hebben mijn huis verwoest.
Ze hebben ervoor gezorgd dat mijn zoon de Naam van de Heer begon te chanten. ||1||Pauze||
Zegt Kabeer, luister, o moeder:
deze kaalgeschoren heiligen hebben een einde gemaakt aan mijn lage sociale status. ||2||3||33||
Aasaa:
Blijf, blijf, o schoondochter - bedek je gezicht niet met een sluier.
Uiteindelijk zal dit je nog geen halve schelp opleveren. ||1||Pauze||
Degene voordat je haar gezicht bedekte;
De enige verdienste van het bedekken van je gezicht is
dat mensen een paar dagen lang zullen zeggen: "Wat een nobele bruid is gekomen". ||2||
Uw sluier zal alleen waar zijn als
je springt, danst en zingt de Glorieuze Lof van de Heer. ||3||
Zegt Kabeer, de zielenbruid zal winnen,
alleen als ze haar leven doorbrengt met het zingen van de Lof van de Heer. ||4||1||34||
Aasaa:
Ik word liever door een zaag in stukken gesneden, dan dat U mij de rug toekeert.
Knuffel me stevig en luister naar mijn gebed. ||1||
Ik ben een offer voor U. Keer alstublieft uw gezicht naar mij toe, o geliefde Heer.
Waarom hebt U mij de rug toegekeerd? Waarom heb je mij vermoord? ||1||Pauze||
Zelfs als U mijn lichaam in stukken snijdt, zal ik mijn ledematen niet van U wegtrekken.
Zelfs als mijn lichaam valt, zal ik mijn liefdesband met U niet verbreken. ||2||
Tussen jou en mij is er geen ander.
Jij bent de Echtgenoot Heer, en ik ben de zielenbruid. ||3||
Zegt Kabeer, luister, o mensen:
nu vertrouw ik niet op jou. ||4||2||35||
Aasaa:
Niemand kent het geheim van God, de Kosmische Wever.
Hij heeft het weefsel van de hele wereld uitgerekt. ||1||Pauze||
Als je naar de Veda’s en de Purana’s luistert,
je zult weten dat de hele wereld slechts een klein stukje van Zijn geweven stof is. ||1||
Hij heeft de aarde en de hemel tot Zijn weefgetouw gemaakt.
Daarop beweegt Hij de twee spoelen van de zon en de maan. ||2||
Met mijn voeten op elkaar heb ik één ding bereikt: mijn geest is blij met die Weaver.
Ik ben mijn eigen huis gaan begrijpen en heb de Heer in mijn hart herkend. ||3||
Zegt Kabeer, als mijn lichaamsworkshop kapot gaat,
de Wever zal mijn draad met Zijn draad vermengen. ||4||3||36||
Aasaa:
Met vuiligheid in het hart zal iemand, zelfs als hij zich op heilige pelgrimsoorden baadt, niet naar de hemel gaan.
Er wordt niets gewonnen door te proberen anderen te behagen; de Heer laat zich niet voor de gek houden. ||1||
Aanbid de Ene Goddelijke Heer.
Het echte reinigingsbad is dienstbaarheid aan de Guru. ||1||Pauze||
Als verlossing kan worden verkregen door in water te baden, hoe zit het dan met de kikker, die altijd in water baadt?
Net als de kikker, zo is die sterveling; hij wordt steeds opnieuw gereïncarneerd. ||2||
Als de hardvochtige zondaar in Benaares sterft, kan hij niet aan de hel ontsnappen.
En zelfs als de Heilige van de Heer sterft in het vervloekte land Haramba, redt hij nog steeds zijn hele familie. ||3||
Waar noch dag noch nacht is, en noch Veda's noch Shaastra's, daar verblijft de Vormloze Heer.
Zegt Kabeer, mediteer op Hem, o gekken van de wereld. ||4||4||37||