Hij is de Koning, de Koning der Koningen, de Keizer der Koningen! Nanak leeft in overgave aan Zijn Wil. ||1||1||
Aasaa, Vierde Mehl:
Die Heer is Onbevlekt; de Heer God is Onbevlekt. De Heer is ongenaakbaar, ondoorgrondelijk en onvergelijkbaar.
Mediteer allemaal, mediteer allemaal op U, O Lieve Heer, O Ware Schepper.
Alle wezens zijn van jou; Jij bent de Gever van alle wezens.
Mediteer dus op de Heer, o heiligen; Hij is Degene die alle pijn wegneemt.
De Heer Zelf is de Meester, en Hijzelf is Zijn eigen dienaar. O Nanak, hoe onbeduidend zijn sterfelijke wezens! ||1||
Je dringt volledig door in ieder hart; O Heer, U bent het Ene Oerwezen, Allesdoordringend.
Sommigen zijn gevers, en sommigen zijn bedelaars; dit alles is Jouw wonderbaarlijke spel!
Jijzelf bent de Gever, en Jijzelf bent de Genieter. Ik ken niemand anders dan U.
U bent de Allerhoogste Heer God, Oneindig en Eeuwig; Welke glorieuze lofprijzingen van jou moet ik uitspreken en zingen?
Voor degenen die dienen, voor degenen die U dienen, is slaaf Nanak een offer. ||2||
Degenen die op de Heer mediteren, degenen die op U mediteren, o lieve Heer, deze nederige wezens wonen in vrede in deze wereld.
Zij zijn bevrijd, zij zijn bevrijd, die op de Heer mediteren; de strop van de Dood wordt van hen afgesneden.
Degenen die mediteren op de Onverschrokkene, op de Onverschrokken Heer, al hun angsten worden verdreven.
Degenen die hebben gediend, degenen die mijn lieve Heer hebben gediend, worden opgenomen in het Wezen van de Heer, Har, Har.
Gezegend zijn zij, gezegend zijn zij, die hebben gemediteerd op de Lieve Heer; slaaf Nanak is een offer voor hen. ||3||
Toewijding aan Jou, toewijding aan Jou, is een schat, overvloedig, oneindig en eindeloos.
Uw toegewijden, Uw toegewijden prijzen U, o lieve Heer, op vele en verschillende manieren.
Voor U, zo velen, voor U, zo zeer velen, o lieve Heer, verricht aanbidding en aanbidding; ze beoefenen boetedoening en zingen eindeloos in meditatie.
Voor jou, velen – voor jou lezen zovelen de verschillende Simritees en Shaastra’s; ze voeren religieuze rituelen en de zes ceremonies uit.
Die toegewijden, die toegewijden zijn goed, o dienaar Nanak, die mijn Heer God behagen. ||4||
Jij bent het Oerwezen, de Ongeëvenaarde Schepper Heer; er is geen ander zo Groot als Jij.
Jij bent de Ene, eeuw na eeuw; voor eeuwig en altijd, U bent Eén en dezelfde. Jij bent de Eeuwige, Onveranderlijke Schepper.
Wat U ook behaagt, gebeurt. Wat u zelf ook doet, gebeurt.
Jijzelf hebt het hele universum geschapen, en nadat je dat hebt gedaan, zul jij het allemaal vernietigen.
Dienaar Nanak zingt de glorieuze lofzangen van de Schepper, de Kenner van alles. ||5||2||
Eén Universele Schepper-God. Bij de gratie van de ware goeroe:
Raag Aasaa, Eerste Mehl, Chaupadhay, Tweede Huis:
Horend noemt iedereen Je Groot,
maar slechts iemand die U heeft gezien, weet precies hoe Groots U bent.
Niemand kan uw waarde meten of u beschrijven.