Ik heb zowel de Pandits, de hindoeïstische religieuze geleerden, als de Mullahs, de moslimpriesters, in de steek gelaten. ||1||Pauze||
Ik weef en weef, en draag wat ik weef.
Waar egoïsme niet bestaat, daar zing ik Gods Lof. ||2||
Wat de Pandits en Mullahs ook hebben geschreven,
ik wijs af; Ik accepteer er niets van. ||3||
Mijn hart is zuiver, en dus heb ik de Heer in mij gezien.
Zoekend, zoekend in zichzelf, heeft Kabeer de Heer ontmoet. ||4||7||
Niemand respecteert de arme man.
Hij doet misschien duizenden pogingen, maar niemand besteedt enige aandacht aan hem. ||1||Pauze||
Als de arme man naar de rijke man gaat,
en gaat recht voor hem zitten, de rijke man keert hem de rug toe. ||1||
Maar als de rijke man naar de arme man gaat,
de arme man verwelkomt hem met respect. ||2||
De arme man en de rijke man zijn beide broers.
Gods voorbestemde plan kan niet worden uitgewist. ||3||
Zegt Kabeer, hij alleen is arm,
die de Naam, de Naam van de Heer, niet in zijn hart heeft. ||4||8||
Bij het dienen van de Guru wordt devotionele aanbidding beoefend.
Dan wordt dit menselijk lichaam verkregen.
Zelfs de goden verlangen naar dit menselijk lichaam.
Laat dat menselijk lichaam dus trillen en denk erover om de Heer te dienen. ||1||
Tril en mediteer op de Heer van het Universum, en vergeet Hem nooit.
Dit is de gezegende kans van deze menselijke incarnatie. ||1||Pauze||
Zolang de ouderdomsziekte niet in het lichaam is gekomen,
en zolang de dood niet is gekomen en het lichaam heeft gegrepen,
en zolang je stem zijn kracht niet heeft verloren,
O sterfelijk wezen, tril en mediteer op de Heer van de Wereld. ||2||
Als je nu niet op Hem trilt en mediteert, wanneer dan wel, o broer of zus van het lot?
Wanneer het einde komt, zul je niet meer in staat zijn om op Hem te trillen en te mediteren.
Wat u ook moet doen: dit is de beste tijd om het te doen.
Anders zul je achteraf spijt krijgen en berouw tonen, en zul je niet naar de andere kant worden meegevoerd. ||3||
Hij alleen is een dienaar, die de Heer in Zijn dienst gebiedt.
Hij alleen bereikt de Onbevlekte Goddelijke Heer.
Ontmoeting met de Guru, zijn deuren staan wijd open,
en hij hoeft niet opnieuw het pad van reïncarnatie te bewandelen. ||4||
Dit is je kans, en dit is je tijd.
Kijk diep in je eigen hart en denk hierover na.
Zegt Kabeer, je kunt winnen of verliezen.
Op zoveel manieren heb ik dit hardop verkondigd. ||5||1||9||
In de Stad van God heerst subliem begrip.
Daar zul je de Heer ontmoeten en over Hem nadenken.
Zo zul je deze wereld en de volgende begrijpen.
Wat voor nut heeft het om te beweren dat je alles bezit, als je uiteindelijk pas sterft? ||1||
Ik concentreer mijn meditatie op mijn innerlijke zelf, diep van binnen.
De Naam van de Soevereine Heer is mijn spirituele wijsheid. ||1||Pauze||
In het eerste chakra, het wortelchakra, heb ik de teugels vastgepakt en vastgebonden.
Ik heb de maan stevig boven de zon geplaatst.
De zon schijnt bij de westelijke poort.
Via het centrale kanaal van de Shushmanaa stijgt hij boven mijn hoofd uit. ||2||
Er ligt een steen bij die westelijke poort,
en boven die steen is nog een raam.
Boven dat raam bevindt zich de Tiende Poort.
Volgens Kabeer kent het geen einde of beperking. ||3||2||10||
Hij alleen is een mullah, die worstelt met zijn geest,
en vecht door middel van de leringen van de Guru met de dood.
Hij verplettert de trots van de Boodschapper van de Dood.
Aan die Mullah bied ik altijd respectvolle groeten aan. ||1||