Er is maar één bevel, en er is maar één Opperkoning. In elk tijdperk koppelt Hij iedereen aan zijn of haar taken. ||1||
Dat nederige wezen is onberispelijk, die zichzelf kent.
De Heer, de Schenker van vrede, komt Zelf en ontmoet hem.
Zijn tong is doordrenkt met de Shabad, en hij zingt de glorieuze lofzangen van de Heer; hij wordt geëerd in het Hof van de Ware Heer. ||2||
De Gurmukh is gezegend met de glorieuze grootsheid van de Naam.
De eigenzinnige manmukh, de lasteraar, verliest zijn eer.
Afgestemd op de Naam blijven de allerhoogste zielszwanen onthecht; in het huis van het zelf blijven ze verzonken in diepe meditatieve trance. ||3||
Dat nederige wezen dat sterft in de Shabad is perfect.
De dappere, heldhaftige Ware Guru zingt en verkondigt dit.
Diep in het lichaam bevindt zich de ware poel van ambrozijnnectar; de geest drinkt het met liefdevolle toewijding in. ||4||
De Pandit, de religieuze geleerde, leest en instrueert anderen,
maar hij realiseert zich niet dat zijn eigen huis in brand staat.
Zonder de Ware Guru te dienen, wordt de Naam niet verkregen. Je kunt lezen totdat je uitgeput bent, maar je zult geen vrede en rust vinden. ||5||
Sommigen besmeuren hun lichaam met as en dwalen rond in religieuze vermommingen.
Wie heeft ooit het egoïsme onderworpen zonder het Woord van de Shabad?
Dag en nacht blijven ze branden, dag en nacht; ze zijn misleid en verward door hun twijfel en religieuze kostuums. ||6||
Sommigen blijven, te midden van hun huishouden en gezin, altijd ongebonden.
Zij sterven in de Shabad en wonen in de Naam van de Heer.
Dag en nacht blijven ze voor altijd afgestemd op Zijn Liefde; zij richten hun bewustzijn op liefdevolle toewijding en de angst voor God. ||7||
De eigenzinnige manmukh geeft zich over aan laster en gaat ten onder.
De hond van hebzucht blaft in hem.
De Boodschapper van de Dood verlaat hem nooit, en uiteindelijk vertrekt hij met spijt en berouw. ||8||
Door het Ware Woord van de Shabad wordt ware eer verkregen.
Zonder de Naam bereikt niemand bevrijding.
Zonder de Ware Guru vindt niemand de Naam. Dat is het maken dat God heeft gemaakt. ||9||
Sommigen zijn Siddha's en zoekers, en grote contemplators.
Sommigen blijven dag en nacht doordrongen van de Naam, de Naam van de Vormloze Heer.
Hij alleen begrijpt het, die de Heer met Zichzelf verenigt; door liefdevolle devotionele aanbidding wordt angst verdreven. ||10||
Sommigen nemen reinigingsbaden en geven donaties aan goede doelen, maar ze begrijpen het niet.
Sommigen worstelen met hun geest en overwinnen en onderwerpen hun geest.
Sommigen zijn doordrenkt van liefde voor het Ware Woord van de Shabad; ze fuseren met de Ware Shabad. ||11||
Hijzelf schept en schenkt glorieuze grootheid.
Door het plezier van Zijn Wil schenkt Hij eenheid.
Door Zijn Genade te schenken, komt Hij in de geest wonen; dat is het bevel dat door mijn God is verordend. ||12||
De nederige wezens die de Ware Goeroe dienen, zijn waarachtig.
De valse, eigenzinnige manmukhs weten niet hoe ze de Guru moeten dienen.
De Schepper Zelf schept de schepping en waakt erover; hij hecht alles aan het genot van Zijn Wil. ||13||
In elk tijdperk is de Ware Heer de enige echte Gever.
Door een volmaakt lot verwerkelijkt men het Woord van de Shabad van de Goeroe.
Degenen die ondergedompeld zijn in de Shabad worden niet meer gescheiden. Door Zijn genade worden ze intuïtief ondergedompeld in de Heer. ||14||
Ze handelen uit egoïsme en zijn besmeurd met het vuil van Maya.
Ze sterven en sterven opnieuw, om vervolgens herboren te worden in de liefde voor de dualiteit.
Zonder de Ware Goeroe te dienen, vindt niemand bevrijding. O geest, stem hierop af en zie. ||15||