Op het laatste moment heb je berouw – je bent zo blind! – wanneer de Boodschapper van de Dood je vastgrijpt en je wegvoert.
Je hebt al je spullen voor jezelf gehouden, maar in een oogwenk zijn ze allemaal verloren.
Je intellect verliet je, je wijsheid vertrok, en nu heb je berouw voor de slechte daden die je hebt begaan.
Zegt Nanak, o sterveling, laat je bewustzijn tijdens de derde nachtwake liefdevol op God gericht zijn. ||3||
In de vierde nachtwake, o mijn koopmansvriend, wordt je lichaam oud en zwak.
Je ogen worden blind en kunnen niet zien, o mijn koopmansvriend, en je oren horen geen enkel woord.
Je ogen worden blind en je tong kan niet meer proeven; je leeft alleen met de hulp van anderen.
Hoe kun je vrede vinden als er geen innerlijke deugd is? De eigenzinnige manmukh komt en gaat in reïncarnatie.
Wanneer de levensoogst volwassen is geworden, buigt, breekt en vergaat het; Waarom trots zijn op wat komt en gaat?
Zegt Nanak, o sterveling, in de vierde nachtwake herkent de Gurmukh het Woord van de Shabad. ||4||
Je adem komt ten einde, o mijn koopmansvriend, en je schouders worden belast door de tiran van de ouderdom.
Er kwam geen greintje deugd in je, o mijn koopmansvriend; gebonden en gekneveld door het kwaad, word je voortgedreven.
Iemand die deugdzaam en met zelfdiscipline vertrekt, wordt niet neergeslagen en wordt niet overgeleverd aan de cyclus van geboorte en dood.
De Boodschapper van de Dood en zijn val kunnen hem niet raken; door liefdevolle, toegewijde aanbidding steekt hij de oceaan van angst over.
Hij vertrekt met eer en gaat op in intuïtieve vrede en evenwicht; al zijn pijnen verdwijnen.
Zegt Nanak: wanneer de sterveling Gurmukh wordt, wordt hij gered en geëerd door de Ware Heer. ||5||2||
Siree Raag, Vierde Mehl:
In de eerste nachtwake, o mijn koopmansvriend, plaatst de Heer je in de baarmoeder.
Mediteer op de Heer en zing de Naam van de Heer, o mijn handelsvriend. Je denkt na over de Naam van de Heer, Har, Har.
Door de Naam van de Heer, Har, Har, te chanten en daarop te mediteren in het vuur van de baarmoeder, wordt je leven in stand gehouden door bij de Naam stil te staan.
Je wordt geboren en je komt eruit, en je vader en moeder zijn blij je gezicht te zien.
Denk aan Degene, o sterveling, aan wie het kind toebehoort. Denk als Gurmukh in je hart over Hem na.
Zegt Nanak, o sterveling, sta tijdens de eerste nachtwake stil bij de Heer, die je zal overladen met Zijn Genade. ||1||
In de tweede nachtwake, o mijn koopmansvriend, is de geest gehecht aan de liefde voor de dualiteit.
Moeder en vader omhelzen je stevig in hun omhelzing en beweren: "Hij is van mij, hij is van mij"; zo wordt het kind opgevoed, o mijn koopmansvriend.
Je vader en moeder omhelzen je voortdurend in hun omhelzing; in hun gedachten geloven ze dat u voor hen zult zorgen en hen zult steunen.
De dwaas kent Degene niet die geeft; in plaats daarvan klampt hij zich vast aan het geschenk.
Zeldzaam is de Gurmukh die nadenkt over, mediteert en in zijn geest liefdevol gehecht is aan de Heer.
Zegt Nanak, in de tweede nachtwake: O sterveling, de dood verslindt je nooit. ||2||
In de derde nachtwake, o mijn koopmansvriend, is je geest verstrikt in wereldse en huishoudelijke aangelegenheden.
Je denkt aan rijkdom en verzamelt rijkdom, o mijn koopmansvriend, maar je denkt niet na over de Heer of de Naam van de Heer.
Je blijft nooit stilstaan bij de Naam van de Heer, Har, Har, die uiteindelijk je enige Helper en Steun zal zijn.