Hij kent geen einde of beperking.
Op Zijn bevel heeft Hij de aarde gevestigd, en Hij houdt haar zonder steun in stand.
Op Zijn bevel werd de wereld geschapen; op Zijn bevel zal het weer in Hem opgaan.
Op Zijn bevel is iemands beroep hoog of laag.
Op Zijn bevel zijn er zoveel kleuren en vormen.
Nadat Hij de Schepping heeft geschapen, aanschouwt Hij Zijn eigen grootsheid.
O Nanak, Hij doordringt alles. ||1||
Als het God behaagt, bereikt men verlossing.
Als het God behaagt, kunnen zelfs stenen zwemmen.
Als het God behaagt, blijft het lichaam behouden, zelfs zonder de levensadem.
Als het God behaagt, dan zingt men de glorieuze lofzangen van de Heer.
Als het God behaagt, worden zelfs zondaars gered.
Hij handelt zelf, en Hij overweegt zelf.
Hijzelf is de Meester van beide werelden.
Hij speelt en Hij geniet; Hij is de innerlijke kenner, de zoeker van harten.
Zoals Hij wil, zorgt Hij ervoor dat er daden worden verricht.
Nanak ziet niemand anders dan Hij. ||2||
Vertel me eens: wat kan een gewone sterveling doen?
Wat God ook behaagt, dat is wat Hij ons laat doen.
Als het in onze handen zou zijn, zouden we alles grijpen.
Wat God ook behaagt, dat is wat Hij doet.
Door onwetendheid raken mensen verwikkeld in corruptie.
Als ze beter wisten, zouden ze zichzelf redden.
Misleid door twijfel dwalen ze rond in de tien richtingen.
In een oogwenk gaan hun gedachten de vier hoeken van de wereld rond en komen weer terug.
Degenen die de Heer barmhartig zegent met zijn toegewijde aanbidding
- O Nanak, ze gaan op in de Naam. ||3||
In een oogwenk verandert de nederige worm in een koning.
De Allerhoogste Heer God is de Beschermer van de nederigen.
Zelfs iemand die nog nooit is gezien,
wordt onmiddellijk beroemd in de tien richtingen.
En degene aan wie Hij Zijn zegeningen schenkt
de Heer van de wereld houdt hem niet ter verantwoording.
Ziel en lichaam zijn allemaal Zijn eigendom.
Elk hart wordt verlicht door de Volmaakte Heer God.
Hijzelf heeft Zijn eigen handwerk gemaakt.
Nanak leeft door het aanschouwen van Zijn grootheid. ||4||
Er is geen macht in de handen van sterfelijke wezens;
de doener, de oorzaak van de oorzaken is de Heer van alles.
De hulpeloze wezens zijn onderworpen aan Zijn bevel.
Dat wat Hem behaagt, zal uiteindelijk gebeuren.
Soms blijven ze in vervoering; soms zijn ze depressief.
Soms zijn ze verdrietig en soms lachen ze van vreugde en verrukking.
Soms houden ze zich bezig met laster en angst.
Soms bevinden ze zich hoog in de Akaashic Ethers, soms in de lagere regionen van de onderwereld.
Soms kennen ze de contemplatie van God.
O Nanak, God Zelf verenigt hen met Zichzelf. ||5||
Soms dansen ze op verschillende manieren.
Soms blijven ze dag en nacht slapen.
Soms zijn ze geweldig, in vreselijke woede.
Soms zijn ze het stof onder de voeten van iedereen.
Soms zitten ze als grote koningen.
Soms dragen ze de jas van een eenvoudige bedelaar.
Soms krijgen ze een slechte reputatie.
Soms staan ze bekend als heel erg goed.
Zoals God ze bewaart, zo blijven ze.
Door de genade van de Guru, O Nanak, wordt de waarheid verteld. ||6||
Soms geven ze als wetenschappers lezingen.
Soms houden ze zich vast aan de stilte tijdens diepe meditatie.
Soms nemen ze reinigingsbaden op pelgrimsoorden.
Soms geven ze, als Siddha's of zoekers, spirituele wijsheid.
Soms worden het wormen, olifanten of motten.
Ze kunnen ronddwalen en door talloze incarnaties dwalen.