Door de Ware Naam worden iemands daden voor altijd verfraaid. Wat kan iemand doen zonder de Shabad? ||7||
Het ene moment lacht hij en het volgende moment huilt hij.
Vanwege dualiteit en boosaardigheid zijn zijn zaken niet opgelost.
Vereniging en scheiding zijn vooraf bepaald door de Schepper. Reeds gepleegde acties kunnen niet worden teruggenomen. ||8||
Iemand die het Woord van de Shabad van de Guru naleeft, wordt Jivan Mukta - bevrijd terwijl hij nog leeft.
Hij blijft voor altijd ondergedompeld in de Heer.
Door de genade van de Guru wordt men gezegend met glorieuze grootsheid; hij wordt niet getroffen door de ziekte van egoïsme. ||9||
Hij eet smakelijke lekkernijen en maakt zijn lichaam vet
en draagt religieuze gewaden, maar hij leeft niet volgens het Woord van de Shabad van de Goeroe.
Diep in de kern van zijn wezen schuilt de grote ziekte; hij lijdt vreselijke pijn en zinkt uiteindelijk in de mest. ||10||
Hij leest en bestudeert de Veda’s, en debatteert erover;
God zit in zijn eigen hart, maar hij herkent het Woord van de Shabad niet.
Iemand die Gurmukh wordt, karnt de essentie van de werkelijkheid; zijn tong proeft de sublieme essentie van de Heer. ||11||
Degenen die het object in hun eigen hart verlaten, dwalen naar buiten.
De blinde, eigenzinnige manmukhs proeven de smaak van God niet.
Doordrenkt met de smaak van een ander, spreken hun tongen smakeloze, smakeloze woorden. Ze proeven nooit de sublieme essentie van de Heer. ||12||
De eigenzinnige manmukh heeft twijfel als zijn echtgenote.
Hij sterft aan kwaadwilligheid en lijdt voor altijd.
Zijn geest is gehecht aan seksueel verlangen, woede en dualiteit, en hij vindt geen vrede, zelfs niet in dromen. ||13||
Het lichaam wordt goudkleurig, met het Woord van de Shabad als partner.
Geniet dag en nacht van de geneugten en wees verliefd op de Heer.
Diep in de woning van het zelf vindt men de Heer, die deze woning overstijgt. Als we Zijn Wil realiseren, gaan we op in Hem. ||14||
De Grote Gever Zelf geeft.
Niemand heeft enige macht om zich tegen Hem te verzetten.
Hijzelf vergeeft en verenigt ons met de Shabad; Het Woord van Zijn Shabad is ondoorgrondelijk. ||15||
Lichaam en ziel behoren allemaal aan Hem toe.
De Ware Heer is mijn enige Heer en Meester.
O Nanak, door het Woord van de Bani van de Guru heb ik de Heer gevonden. Terwijl ik het gezang van de Heer zing, ga ik op in Hem. ||16||5||14||
Maaroo, derde Mehl:
De Gurmukh overweegt de geluidsstroom van de Naad in plaats van de Veda's.
De Gurmukh bereikt oneindige spirituele wijsheid en meditatie.
De Gurmukh handelt in harmonie met Gods Wil; de Gurmukh vindt perfectie. ||1||
De geest van de Gurmukh keert zich af van de wereld.
De Gurmukh laat de Naad trillen, de geluidsstroom van de Bani van de Guru.
De Gurmukh, afgestemd op de Waarheid, blijft onthecht en verblijft diep in het huis van het zelf. ||2||
Ik spreek de ambrosiale leringen van de goeroe.
Ik zing liefdevol de Waarheid, door het Ware Woord van de Shabad.
Mijn geest blijft voor altijd doordrenkt van de Liefde van de Ware Heer. Ik ben ondergedompeld in het Waarste van het Ware. ||3||
Onbevlekt en zuiver is de geest van de Gurmukh, die baadt in de Poel van Waarheid.
Er hecht zich geen vuiligheid aan hem; hij gaat op in de Ware Heer.
Hij beoefent werkelijk de Waarheid voor altijd; ware toewijding wordt in hem geplant. ||4||
Waar is de toespraak van de Gurmukh; waar zijn de ogen van de Gurmukh.
De Gurmukh beoefent en leeft de waarheid.
Hij spreekt voor altijd de Waarheid, dag en nacht, en inspireert anderen om de Waarheid te spreken. ||5||
Waar en verheven is de toespraak van de Gurmukh.
De Gurmukh spreekt waarheid, alleen waarheid.
De Gurmukh dient voor altijd het Ware van het Ware; de Gurmukh verkondigt het Woord van de Shabad. ||6||