Ik zing de Lof van de Heer, Raam, Raam, Raam.
Door de gracieuze gunst van de heiligen mediteer ik op de Naam van de Heer, Har, Har, in de Saadh Sangat, het Gezelschap van de Heiligen. ||1||Pauze||
Alles is aan Zijn touw geregen.
Hij zit in ieder hart. ||2||
Hij creëert en vernietigt in een oogwenk.
Hijzelf blijft ongebonden en zonder eigenschappen. ||3||
Hij is de Schepper, de Oorzaak van oorzaken, de Doorzoeker van harten.
Nanak's Heer en Meester viert feest in gelukzaligheid. ||4||13||64||
Aasaa, Vijfde Mehl:
Mijn zwerven door miljoenen geboorten is geëindigd.
Ik heb dit menselijk lichaam, dat zo moeilijk te verkrijgen is, gewonnen en niet verloren. ||1||
Mijn zonden zijn uitgewist, en mijn lijden en pijn zijn verdwenen.
Ik ben geheiligd door het stof van de voeten van de heiligen. ||1||Pauze||
De heiligen van God hebben het vermogen om ons te redden;
ze ontmoeten degenen onder ons die zo'n voorbestemd lot hebben. ||2||
Mijn geest is gevuld met gelukzaligheid, sinds de Guru mij de Mantra van de Naam van de Heer gaf.
Mijn dorst is gelest en mijn geest is stabiel en stabiel geworden. ||3||
De rijkdom van de Naam, de Naam van de Heer, zijn voor mij de negen schatten en de spirituele krachten van de Siddha's.
Nanak, ik heb inzicht verkregen van de Guru. ||4||14||65||
Aasaa, Vijfde Mehl:
Mijn dorst en de duisternis van onwetendheid zijn weggenomen.
Door de Heilige Heiligen te dienen, worden talloze zonden uitgewist. ||1||
Ik heb hemelse vrede en immense vreugde verkregen.
Door de Guru te dienen, is mijn geest onberispelijk zuiver geworden en heb ik de Naam van de Heer gehoord, Har, Har, Har, Har. ||1||Pauze||
De koppige dwaasheid van mijn geest is verdwenen;
Gods Wil is mij zoet geworden. ||2||
Ik heb de Voeten van de Perfecte Goeroe gegrepen,
en de zonden van talloze incarnaties zijn weggewassen. ||3||
Het juweel van dit leven is vruchtbaar geworden.
Zegt Nanak: God heeft mij genade betoond. ||4||15||66||
Aasaa, Vijfde Mehl:
Ik denk voor altijd en altijd aan de Ware Goeroe;
met mijn haar stof ik de voeten van de Guru af. ||1||
Wees wakker, o mijn ontwakende geest!
Zonder de Heer zal niets anders voor u van nut zijn; Vals is emotionele gehechtheid, en nutteloos zijn wereldse verwikkelingen. ||1||Pauze||
Omarm de liefde voor het Woord van de Bani van de Goeroe.
Wanneer de Guru Zijn Barmhartigheid toont, wordt de pijn vernietigd. ||2||
Zonder de Guru is er geen andere rustplaats.
De Guru is de Gever, de Guru geeft de Naam. ||3||
De Guru is de Allerhoogste Heer God; Hijzelf is de transcendente Heer.
Vierentwintig uur per dag, O Nanak, mediteer op de Guru. ||4||16||67||
Aasaa, Vijfde Mehl:
Hij Zelf is de boom en de takken die zich uitstrekken.
Hij Zelf onderhoudt Zijn eigen oogst. ||1||
Waar ik ook kijk, ik zie die Ene Heer alleen.
Diep in ieder hart is Hij Zelf aanwezig. ||1||Pauze||
Hijzelf is de zon en de stralen die daaruit voortkomen.
Hij is verborgen en Hij is geopenbaard. ||2||
Er wordt gezegd dat hij over de hoogste eigenschappen beschikt, en zonder eigenschappen.
Beiden komen samen op Zijn enige punt. ||3||
Zegt Nanak, de Guru heeft mijn twijfel en angst verdreven.
Met mijn ogen neem ik waar dat de Heer, de belichaming van gelukzaligheid, overal is. ||4||17||68||
Aasaa, Vijfde Mehl:
Ik weet niets van argumenten of slimheid.