O Nanak, iedereen spreekt over Hem, ieder wijzer dan de rest.
Groot is de Meester, Groot is Zijn Naam. Wat er ook gebeurt, het is in overeenstemming met Zijn Wil.
O Nanak, iemand die beweert alles te weten, zal in het hiernamaals geen onderscheiding ontvangen. ||21||
Er zijn onderwerelden onder onderwerelden, en honderdduizenden hemelse werelden daarboven.
De Veda's zeggen dat je ze allemaal kunt zoeken en zoeken, totdat je moe wordt.
De Schrift zegt dat er 18.000 werelden zijn, maar in werkelijkheid is er maar één universum.
Als u probeert hierover een verslag te schrijven, zult u zeker zelf klaar zijn voordat u klaar bent met het schrijven ervan.
O Nanak, noem Hem Groot! Hij Zelf kent Zichzelf. ||22||
De lofprijzers prijzen de Heer, maar verkrijgen geen intuïtief begrip
de beken en rivieren die in de oceaan uitmonden kennen de uitgestrektheid ervan niet.
Zelfs koningen en keizers, met bergen aan bezittingen en oceanen aan rijkdom
-Deze zijn niet eens gelijk aan een mier, die God niet vergeet. ||23||
Eindeloos zijn Zijn lofprijzingen, eindeloos zijn degenen die ze uitspreken.
Eindeloos zijn Zijn daden, eindeloos zijn Zijn gaven.
Eindeloos is Zijn visie, eindeloos is Zijn gehoor.
Zijn grenzen zijn niet waarneembaar. Wat is het mysterie van zijn geest?
De grenzen van het geschapen universum kunnen niet worden waargenomen.
De grenzen ervan, hier en daarbuiten, kunnen niet worden waargenomen.
Velen worstelen om Zijn grenzen te kennen,
maar Zijn grenzen kunnen niet gevonden worden.
Niemand kan deze grenzen kennen.
Hoe meer je erover zegt, hoe meer er nog te zeggen valt.
Groot is de Meester, hoog is zijn hemelse thuis.
Hoogste van de Hoge, boven alles is Zijn Naam.
Er is er maar één zo Groot en Hoog als God
kan Zijn Verheven en Verheven Staat kennen.
Alleen Hijzelf is zo Groot. Hij Zelf kent Zichzelf.
O Nanak, door Zijn Gratie van Genade schenkt Hij Zijn Zegeningen. ||24||
Zijn zegeningen zijn zo overvloedig dat er geen geschreven verslag van kan bestaan.
De Grote Gever houdt niets achter.
Er zijn zoveel grote, heldhaftige krijgers die bedelen aan de Deur van de Oneindige Heer.
Zovelen denken na en blijven bij Hem stilstaan, dat ze niet meer te tellen zijn.
Zovelen sterven weg door zich bezig te houden met corruptie.
Zovelen nemen en nemen opnieuw, en ontkennen vervolgens het ontvangen.
Zoveel dwaze consumenten blijven consumeren.
Velen ondergaan leed, ontbering en voortdurend misbruik.
Zelfs dit zijn Uw gaven, O Grote Gever!
Bevrijding van gebondenheid komt alleen door Uw Wil.
Niemand anders heeft hier iets over te zeggen.
Als een dwaas zou durven te zeggen dat hij dat wel doet,
hij zal leren en de gevolgen van zijn dwaasheid voelen.
Hij weet het zelf, Hij geeft zelf.
Er zijn maar weinig, heel weinig mensen die dit erkennen.
Iemand die gezegend is om de Lof van de Heer te zingen,
O Nanak, is de koning der koningen. ||25||
Onbetaalbaar zijn zijn deugden, onbetaalbaar zijn zijn handelingen.
Onbetaalbaar zijn zijn dealers, onbetaalbaar zijn zijn schatten.
Onbetaalbaar zijn degenen die tot Hem komen, Onbetaalbaar zijn degenen die van Hem kopen.
Onbetaalbaar is liefde voor Hem, onbetaalbaar is het opgaan in Hem.
Onbetaalbaar is de goddelijke wet van Dharma, onbetaalbaar is het goddelijke gerechtshof.
Onbetaalbaar zijn de weegschalen, onbetaalbaar zijn de gewichten.
Onbetaalbaar zijn zijn zegeningen, onbetaalbaar zijn zijn vaandel en insignes.
Onbetaalbaar is zijn genade, onbetaalbaar is zijn koninklijk bevel.
Onbetaalbaar, o Onbetaalbaar, onuitsprekelijk!
Spreek voortdurend over Hem en blijf verzonken in Zijn Liefde.
De Veda’s en de Purana’s spreken.
De geleerden spreken en geven lezingen.
Brahma spreekt, Indra spreekt.