Het is de vernietiger van de zonden, de schuld en de angsten van talloze incarnaties; de Gurmukh ziet de Ene Heer. ||1||Pauze||
Miljoenen en nog eens miljoenen zonden worden uitgewist als de geest de Ware Heer gaat liefhebben.
Ik ken geen ander dan de Heer; de Ware Goeroe heeft mij de Ene Heer geopenbaard. ||1||
Degenen wier harten gevuld zijn met de rijkdom van de Liefde van de Heer, blijven intuïtief in Hem verzonken.
Doordrenkt met de Shabad, zijn ze geverfd in de diepe karmozijnrode kleur van Zijn Liefde. Zij zijn doordrongen van de hemelse vrede en evenwichtigheid van de Heer. ||2||
Als we de Shabad beschouwen, is de tong doordrenkt van vreugde; terwijl het Zijn Liefde omarmt, is het diep karmozijnrood geverfd.
Ik heb de Naam van de Zuivere Onthechte Heer leren kennen; mijn geest is tevreden en getroost. ||3||
De pandits, de religieuze geleerden, lezen en studeren, en alle stille wijzen zijn moe geworden; ze zijn het beu geworden om hun religieuze gewaden te dragen en overal rond te dwalen.
Door de genade van de Guru heb ik de Onbevlekte Heer gevonden; Ik overweeg het Ware Woord van de Shabad. ||4||
Mijn komen en gaan in reïncarnatie is beëindigd, en ik ben doordrenkt met Waarheid; het Ware Woord van de Shabad bevalt mij.
Door de Ware Goeroe te dienen, wordt eeuwige vrede gevonden en wordt de eigendunk van binnenuit geëlimineerd. ||5||
Door het Ware Woord van de Shabad welt de hemelse melodie op en is de geest liefdevol gericht op de Ware Heer.
De Onbevlekte Naam, de naam van de ontoegankelijke en ondoorgrondelijke Heer, verblijft in de geest van de Gurmukh. ||6||
De hele wereld is vervat in de Ene Heer. Hoe zeldzaam zijn degenen die de Ene Heer begrijpen.
Iemand die sterft in de Shabad komt alles te weten; dag en nacht realiseert hij zich de Ene Heer. ||7||
Dat nederige wezen, op wie de Heer Zijn Blik van Genade werpt, begrijpt het. Er kan niets anders gezegd worden.
O Nanak, degenen die doordrenkt zijn met de Naam zijn voor altijd onthecht van de wereld; ze zijn liefdevol afgestemd op het Ene Woord van de Shabad. ||8||2||
Saarang, Derde Mehl:
O mijn gedachten, de toespraak van de Heer is onuitgesproken.
Dat nederige wezen dat gezegend wordt door de Gratie van Genade van de Heer, verkrijgt het. Hoe zeldzaam is die Gurmukh die het begrijpt. ||1||Pauze||
De Heer is diep, diepgaand en ondoorgrondelijk, de oceaan van uitmuntendheid; Hij wordt gerealiseerd door het Woord van Shabad van de Goeroe.
Stervelingen doen hun daden op allerlei manieren, uit liefde voor de dualiteit; maar zonder de Shabad zijn ze krankzinnig. ||1||
Dat nederige wezen dat zich baadt in de Naam van de Heer wordt onberispelijk; hij raakt nooit meer vervuild.
Zonder de Naam is de hele wereld vervuild; dwalend in de dualiteit verliest het zijn eer. ||2||
Wat moet ik begrijpen? Wat moet ik verzamelen of achterlaten? Ik weet het niet.
O lieve Heer, Uw Naam is de Hulp en Steun van degenen die U zegent met Uw vriendelijkheid en mededogen. ||3||
De Ware Heer is de Ware Gever, de Architect van het Lot; zoals Hij wil, koppelt Hij stervelingen aan de Naam.
Hij alleen zal het begrijpen, die de Goeroepoort binnengaat, die de Heer Zelf instrueert. ||4||
Zelfs als hij naar de wonderen van de Heer staart, denkt deze geest niet aan Hem. De wereld komt en gaat in reïncarnatie.
Door de ware goeroe te dienen, gaat de sterveling het begrijpen en vindt hij de Deur van Verlossing. ||5||
Degenen die het Hof van de Heer begrijpen, lijden nooit onder de scheiding van Hem. De Ware Goeroe heeft dit begrip bijgebracht.
Ze beoefenen waarheid, zelfbeheersing en goede daden; hun komen en gaan is beëindigd. ||6||
In het Hof van de Ware Heer praktiseren zij de Waarheid. De Gurmukhs krijgen de steun van de Ware Heer.