Sommigen zijn naar de hel gegaan en sommigen verlangen naar het paradijs.
Wereldse strikken en verwikkelingen van Maya,
egoïsme, gehechtheid, twijfel en heel veel angst;
pijn en plezier, eer en oneer
deze werden op verschillende manieren beschreven.
Hijzelf schept en aanschouwt Zijn eigen drama.
Hij rondt het drama af, en dan, O Nanak, blijft Hij alleen over. ||7||
Waar de toegewijde van de Eeuwige Heer ook is, Hijzelf is daar.
Hij ontvouwt de uitgestrektheid van Zijn schepping voor de glorie van Zijn Heilige.
Hijzelf is de Meester van beide werelden.
Zijn lof is alleen voor Hemzelf.
Hijzelf voert en speelt Zijn amusement en spelletjes.
Hijzelf geniet van genoegens, en toch is Hij onaangetast en onaangetast.
Hij verbindt wie Hij wil aan Zijn Naam.
Hij zorgt ervoor dat wie Hij wil in Zijn spel speelt.
Hij is onberekenbaar, onmetelijk, ontelbaar en ondoorgrondelijk.
Zoals U hem inspireert om te spreken, o Heer, zo spreekt dienaar Nanak. ||8||21||
Salok:
O Heer en Meester van alle wezens en schepselen, Uzelf heeft overal de overhand.
O Nanak, De Ene is allesdoordringend; waar is er nog iets te zien? ||1||
Ashtapadee:
Hijzelf is de spreker en Hijzelf is de luisteraar.
Hij Zelf is de Ene, en Hij Zelf is de velen.
Als het Hem behaagt, schept Hij de wereld.
Wanneer Hij wil, neemt Hij het weer in Zichzelf op.
Zonder U kan er niets gedaan worden.
Aan Uw draad hebt U de hele wereld geregen.
Eén die God Zelf inspireert om te begrijpen
die persoon de Ware Naam verkrijgt.
Hij kijkt onpartijdig naar iedereen en kent de essentiële realiteit.
O Nanak, hij verovert de hele wereld. ||1||
Alle wezens en schepselen zijn in Zijn Handen.
Hij is barmhartig voor de zachtmoedigen, de beschermheer van de patroonlozen.
Niemand kan degenen doden die door Hem worden beschermd.
Wie door God vergeten wordt, is al dood.
Waar zou iemand anders heen kunnen gaan als hij Hem verliet?
Boven de hoofden van allen staat de Ene, de Onbevlekte Koning.
De wegen en middelen van alle wezens liggen in Zijn Handen.
Weet zowel innerlijk als uiterlijk dat Hij bij je is.
Hij is de Oceaan van uitmuntendheid, oneindig en eindeloos.
Slaaf Nanak is voor altijd een offer aan Hem. ||2||
De Perfecte, Barmhartige Heer doordringt overal.
Zijn vriendelijkheid strekt zich uit tot iedereen.
Hijzelf kent Zijn eigen wegen.
De innerlijke kenner, de zoeker van harten, is overal aanwezig.
Hij koestert Zijn levende wezens op zoveel manieren.
Dat wat Hij geschapen heeft, mediteert op Hem.
Wie Hem behaagt, gaat op in Zichzelf.
Zij verrichten zijn toegewijde dienst en zingen de glorieuze lofzangen van de Heer.
Met een oprecht geloof geloven zij in Hem.
O Nanak, zij beseffen de Ene, de Schepper Heer. ||3||
De nederige dienaar van de Heer is toegewijd aan Zijn Naam.
Zijn hoop is niet tevergeefs.
Het doel van de dienaar is om te dienen;
door het bevel van de Heer te gehoorzamen, wordt de allerhoogste status verkregen.
Verder heeft hij geen andere gedachte.
In zijn geest verblijft de Vormloze Heer.
Zijn banden worden doorgesneden en hij wordt vrij van haat.
Dag en nacht aanbidt hij de Voeten van de Goeroe.
Hij heeft vrede in deze wereld en is gelukkig in de volgende.