Miljoenen stille wijzen leven in stilte. ||7||
Onze eeuwige, onvergankelijke, onbegrijpelijke Heer en Meester,
De Innerlijke Kenner, de Zoeker van harten, doordringt alle harten.
Waar ik ook kijk, ik zie Uw woning, o Heer.
De Guru heeft Nanak gezegend met verlichting. ||8||2||5||
Bhairao, vijfde Mehl:
De Ware Goeroe heeft mij met dit geschenk gezegend.
Hij heeft mij het onschatbare juweel van de Naam van de Heer gegeven.
Nu geniet ik intuïtief van eindeloos plezier en wonderbaarlijk spel.
God heeft Nanak spontaan ontmoet. ||1||
Zegt Nanak: Waar is de Kirtan van de Lof van de Heer.
Keer op keer blijft mijn geest erin ondergedompeld. ||1||Pauze||
Spontaan voed ik mij met de Liefde van God.
Spontaan neem ik Gods Naam aan.
Spontaan word ik gered door het Woord van de Shabad.
Spontaan raken mijn schatten overvol. ||2||
Spontaan worden mijn werken perfect uitgevoerd.
Spontaan ben ik van het verdriet verlost.
Spontaan zijn mijn vijanden vrienden geworden.
Spontaan heb ik mijn geest onder controle gebracht. ||3||
Spontaan heeft God mij getroost.
Spontaan zijn mijn verwachtingen in vervulling gegaan.
Spontaan heb ik de essentie van de werkelijkheid volledig gerealiseerd.
Spontaan werd ik gezegend met de Mantra van de Goeroe. ||4||
Spontaan ben ik verlost van de haat.
Spontaan is mijn duisternis verdreven.
Spontaan lijkt de Kirtan van de Lof van de Heer mij zo lieflijk.
Spontaan aanschouw ik God in ieder hart. ||5||
Spontaan zijn al mijn twijfels weggenomen.
Spontaan vullen vrede en hemelse harmonie mijn geest.
Spontaan weerklinkt de Ongeslagen Melodie van de Geluidsstroom in mij.
Spontaan heeft de Heer van het Universum Zichzelf aan mij geopenbaard. ||6||
Spontaan werd mijn geest tevreden en gerustgesteld.
Ik heb spontaan de Eeuwige, Onveranderlijke Heer gerealiseerd.
Spontaan is alle wijsheid en kennis in mij opgeweld.
Spontaan is de steun van de Heer, Har, Har, in mijn handen gekomen. ||7||
Spontaan heeft God mijn voorbestemde bestemming vastgelegd.
Spontaan heeft de Ene Heer en Meester God mij ontmoet.
Spontaan zijn al mijn zorgen en zorgen weggenomen.
Nanak, Nanak, Nanak is opgegaan in het Beeld van God. ||8||3||6||
Bhairao, het woord van de toegewijden, Kabeer Jee, Eerste Huis:
Eén Universele Schepper-God. Bij de gratie van de ware goeroe:
De Naam van de Heer – dit alleen is mijn rijkdom.
Ik bind het niet vast om het te verbergen, noch verkoop ik het om in mijn levensonderhoud te voorzien. ||1||Pauze||
De Naam is mijn gewas en de Naam is mijn veld.
Als Uw nederige dienaar verricht ik toegewijde aanbidding voor U; Ik zoek Uw Heiligdom. ||1||
De naam is Maya en rijkdom voor mij; de Naam is mijn kapitaal.
Ik verlaat U niet; Ik ken helemaal geen ander. ||2||
De Naam is mijn familie, de Naam is mijn broer.
De Naam is mijn metgezel, die mij uiteindelijk zal helpen. ||3||
Eén die de Heer loshoudt van Maya
zegt Kabeer, ik ben zijn slaaf. ||4||1||
Naakt komen we en naakt gaan we.
Niemand, zelfs de koningen en koninginnen niet, zullen overblijven. ||1||