De smerigheid van gehechtheid aan Maya blijft in hun hart hangen; ze handelen alleen in Maya.
Ze houden ervan om in Maya te handelen in deze wereld; komen en gaan, ze lijden pijn.
De gifworm is verslaafd aan gif; het wordt ondergedompeld in mest.
Hij doet wat voor hem is voorbestemd; niemand kan zijn lot uitwissen.
O Nanak, doordrenkt met de Naam, de Naam van de Heer, er wordt blijvende vrede gevonden; de onwetende dwazen sterven schreeuwend. ||3||
Hun geest wordt gekleurd door emotionele gehechtheid aan Maya; vanwege deze emotionele gehechtheid begrijpen ze het niet.
De ziel van de Gurmukh is doordrenkt met de Liefde van de Heer; de liefde voor de dualiteit verdwijnt.
De liefde voor de dualiteit verdwijnt en de ziel gaat op in de Waarheid; het pakhuis loopt over van de Waarheid.
Iemand die Gurmukh wordt, gaat het begrijpen; de Heer verfraait hem met Waarheid.
Hij alleen versmelt met de Heer, die de Heer laat versmelten; er kan niets anders worden gezegd of gedaan.
O Nanak, zonder de Naam wordt men misleid door twijfel; maar sommige, doordrenkt met de Naam, verankeren liefde voor de Heer. ||4||5||
Wadahans, Derde Mehl:
O mijn geest, de wereld komt en gaat in geboorte en dood; alleen de Ware Naam zal je uiteindelijk emanciperen.
Wanneer de Ware Heer Zelf vergeving schenkt, hoeft men niet opnieuw de cyclus van reïncarnatie in te gaan.
Hij hoeft niet opnieuw de cyclus van reïncarnatie in te gaan, en uiteindelijk wordt hij geëmancipeerd; als Gurmukh verkrijgt hij glorieuze grootsheid.
Doordrenkt van liefde voor de Ware Heer, wordt hij bedwelmd door hemelse gelukzaligheid, en blijft hij verzonken in de Hemelse Heer.
De Ware Heer behaagt zijn geest; hij legt de Ware Heer in zijn geest vast; afgestemd op het Woord van de Shabad, wordt hij uiteindelijk geëmancipeerd.
O Nanak, degenen die doordrongen zijn van de Naam, gaan op in de Ware Heer; ze worden niet opnieuw in de angstaanjagende wereldoceaan geworpen. ||1||
Emotionele gehechtheid aan Maya is totale waanzin; door de liefde voor de dualiteit wordt men geruïneerd.
Moeder en vader - ze zijn allemaal onderworpen aan deze liefde; in deze liefde zijn ze verstrikt.
Ze zijn verstrikt in deze liefde vanwege hun daden uit het verleden, die niemand kan uitwissen.
Degene die het universum heeft geschapen, aanschouwt het; geen ander is zo groot als Hij.
De blinde, eigenzinnige manmukh wordt verteerd door zijn brandende woede; zonder het Woord van de Shabad wordt er geen vrede verkregen.
O Nanak, zonder de Naam wordt iedereen misleid, geruïneerd door emotionele gehechtheid aan Maya. ||2||
Toen ik zag dat deze wereld in vuur en vlam stond, heb ik mij naar het Heiligdom van de Heer gehaast.
Ik bied mijn gebed aan de Perfecte Guru: red mij alstublieft, en zegen mij met Uw glorieuze grootheid.
Bewaar mij in Uw Heiligdom, en zegen mij met de glorieuze grootheid van de Naam van de Heer; er is geen andere Gever zo groot als Jij.
Degenen die zich bezighouden met het dienen van U hebben veel geluk; door de eeuwen heen kennen zij de Ene Heer.
Je mag het celibaat, de waarheid, strenge zelfdiscipline en rituelen in praktijk brengen, maar zonder de Guru zul je niet geëmancipeerd worden.
O Nanak, alleen hij begrijpt het Woord van de Shabad, die het Heiligdom van de Heer gaat zoeken. ||3||
Dat begrip, door de Heer gegeven, komt naar boven; er is geen ander begrip.
Diep van binnen, en ook daarbuiten, bent U alleen, O Heer; Jijzelf geeft dit inzicht door.
Iemand die Hijzelf met dit begrip zegent, heeft geen ander lief. Als Gurmukh proeft hij de subtiele essentie van de Heer.
In het Ware Hof is hij voor altijd Waar; met liefde zingt hij het Ware Woord van de Shabad.