Niet elke Tom, Dick of Harry heeft de middelen om daar (hen) te bereiken. (232)
Qua uiterlijk lijken ze precies op een belichaming van de soort Akaalpurakh,
In werkelijkheid zijn ze het toevluchtsoord voor iedereen in beide werelden. (233)
Terwijl ze bezig zijn met hun beroep of vak, zijn ze er nog steeds niet aan gehecht en gaan ze er overmatig in op;
Ze brengen hun leven door met het gedenken van de Voorzienigheid (dag en nacht). (234)
Zij, de nobele zielen, beschouwen zichzelf (uit nederigheid) als een mier,
Ook al zijn ze misschien wel krachtiger dan een woeste en gevaarlijke olifant. (235)
Wat je ook in deze wereld ziet, je bent er gewoon verbaasd en verbijsterd over;
Hun pracht en uitstraling is veel beter dan zelfs die van de examens. (236)
Het gezelschap van de ware toegewijden van Waaheguru is een grote zegen;
Een dergelijke rijkdom en virtuositeit lijdt niet onder enige angst of verdriet. (237)
Zijzelf zijn verheven, volwassen en gezegend; iedereen die toevallig zijn of haar gezelschap krijgt;
Ook hij wordt verheven, volwassen en gezegend, en ontvangt overal lauweren. (238)
Iedereen die zijn eigen realiteit heeft herkend;