Hoe gelukkig is de persoon met een stralend hart en ziel die grondig en volledig verlicht is,
En wiens voorhoofd voortdurend buigt in het hof van Waaheguru. (26) (4)
Goya! Blijf rond zijn territorium cirkelen in de verwachting een offer te brengen zonder erover op te scheppen,
Ik wacht gewoon op een eenvoudig signaal en de wijzer van zijn ogen. (26) (5)
Er liggen duizenden bezaaide pauwentronen op je pad,
Maar uw vrome volgelingen, verbijsterd door uw genade, hebben absoluut geen verlangen naar kronen of edelstenen. (27) (1)
Alles in deze wereld is vernietigbaar en houdt (uiteindelijk) op te bestaan,
Maar de geliefden worden nooit vernietigd omdat ze de geheimen van de liefde kennen. (27) (2)
Alle ogen waren angstig gericht op een glimp van de Guru,
En duizenden geesten raken ondergedompeld (zoals in drijfzand) in hun angst voor scheiding (van de Guru). (27) (3)