De achtste goeroe, goeroe Har Kishen Ji. De achtste Guru, Guru Har Kishen Ji, was de kroon van de 'aanvaarde' en de 'kuise' gelovigen van Waaheguru en de eremeester van degenen die in Hem zijn opgegaan. Zijn buitengewone wonder is wereldberoemd en de uitstraling van zijn persoonlijkheid verlicht de 'waarheid'. De bijzondere en nabije mensen zijn bereid zichzelf voor hem op te offeren en de kuise mensen buigen voortdurend voor zijn deur. Zijn talrijke volgelingen en degenen die echte deugden waarderen, vormen de elite van de drie werelden en de zes richtingen, en er zijn talloze mensen die stukjes en beetjes uit de eetzaal en de verzameling Guru's kwaliteiten halen. De met juwelen bezaaide 'Hay' in zijn naam is in staat zelfs de wereldveroverende en sterke reuzen te verslaan en neer te halen. De waarheidsvertellende 'Ray' verdient het om respectvol met de status van president op de eeuwige troon te zitten. De Arabische 'Kaaf' in zijn naam kan de deuren van vrijgevigheid en welwillendheid openen, en de glorieuze 'Sheen' met zijn pracht en praal kan zelfs de tijgerachtige sterke monsters temmen en overweldigen. De laatste 'Noon' in zijn naam brengt en versterkt frisheid en aroma in het leven en is de beste vriend van de door God gegeven gunsten.
Waaheguru is de waarheid
Waaheguru is alomtegenwoordig
Guru Har Kishen is de belichaming van genade en weldadigheid,
En is de meest bewonderde van alle bijzondere en geselecteerde naasten van Akaalpurakh. (93)
De scheidingsmuur tussen hem en de Akaalpurakh is slechts een dun blad,
Zijn hele fysieke bestaan is een bundel van Waaheguru's medeleven en schenkingen. (94)
Beide werelden worden succesvol vanwege zijn barmhartigheid en genade,
En het zijn zijn vriendelijkheid en clementie die de sterke en krachtige glans van de zon tot in het kleinste deeltje naar voren brengen. (95)
Allen bidden om zijn goddelijk ondersteunende gunsten,
En de hele wereld en het tijdperk volgen zijn bevel. (96)
Zijn bescherming is een door God gegeven geschenk aan al zijn loyale volgelingen,
En iedereen, van de onderwereld tot de lucht, is ondergeschikt aan zijn bevel. (97)