Jaap Sahib

(Pagina: 18)


ਅਨਭਉ ਪ੍ਰਕਾਸ ॥
anbhau prakaas |

Jij bent zelfverlichtend

ਨਿਸ ਦਿਨ ਅਨਾਸ ॥
nis din anaas |

En het meest hetzelfde gedurende dag en nacht.

ਆਜਾਨ ਬਾਹੁ ॥
aajaan baahu |

Ze armen strekken zich uit tot aan uw knieën en

ਸਾਹਾਨ ਸਾਹੁ ॥੮੮॥
saahaan saahu |88|

Gij zijt koning der koningen.88.

ਰਾਜਾਨ ਰਾਜ ॥
raajaan raaj |

Gij zijt de koning der koningen.

ਭਾਨਾਨ ਭਾਨ ॥
bhaanaan bhaan |

Zon der zonnen.

ਦੇਵਾਨ ਦੇਵ ॥
devaan dev |

Gij zijt de God der goden en

ਉਪਮਾ ਮਹਾਨ ॥੮੯॥
aupamaa mahaan |89|

Van de grootste eminentie.89.

ਇੰਦ੍ਰਾਨ ਇੰਦ੍ਰ ॥
eindraan indr |

Jij bent Indra van Indras,

ਬਾਲਾਨ ਬਾਲ ॥
baalaan baal |

Kleinste van het kleine.

ਰੰਕਾਨ ਰੰਕ ॥
rankaan rank |

Gij zijt de Armste van de Armen

ਕਾਲਾਨ ਕਾਲ ॥੯੦॥
kaalaan kaal |90|

En de dood van sterfgevallen.90.

ਅਨਭੂਤ ਅੰਗ ॥
anabhoot ang |

Uw ledematen bestaan niet uit vijf elementen,

ਆਭਾ ਅਭੰਗ ॥
aabhaa abhang |

Uw gloed is eeuwig.

ਗਤਿ ਮਿਤਿ ਅਪਾਰ ॥
gat mit apaar |

Gij zijt onmetelijk en

ਗੁਨ ਗਨ ਉਦਾਰ ॥੯੧॥
gun gan udaar |91|

Uw deugden zoals vrijgevigheid zijn ontelbaar.91

ਮੁਨਿ ਗਨ ਪ੍ਰਨਾਮ ॥
mun gan pranaam |

Jij bent onbevreesd en verlangenloos en

ਨਿਰਭੈ ਨਿਕਾਮ ॥
nirabhai nikaam |

Alle wijzen buigen voor U.

ਅਤਿ ਦੁਤਿ ਪ੍ਰਚੰਡ ॥
at dut prachandd |

Jij, van de helderste glans,

ਮਿਤਿ ਗਤਿ ਅਖੰਡ ॥੯੨॥
mit gat akhandd |92|

Kunst perfect in Uw doen en laten.92.