Wie ervoer dan vreugde en verdriet?
Toen de Allerhoogste Heer Zelf Alles-in-alles was,
Waar was dan de emotionele gehechtheid, en wie had er twijfels?
Hijzelf heeft Zijn eigen drama opgevoerd;
O Nanak, er is geen andere Schepper. ||1||
Toen er alleen God de Meester was,
Wie werd er dan gebonden of bevrijd genoemd?
Toen er alleen nog de Heer was, ondoorgrondelijk en oneindig,
Wie ging er dan de hel binnen, en wie de hemel?
Toen God zonder eigenschappen was, in absolute evenwicht,
waar was dan de geest en waar was de materie - waar waren Shiva en Shakti?
Toen Hij Zijn eigen licht voor Zichzelf hield,
Wie was er dan onbevreesd, en wie was bang?
Hijzelf is de uitvoerder van zijn eigen toneelstukken;
Nanak, de Heer Meester is ondoorgrondelijk en oneindig. ||2||
Toen de Onsterfelijke Heer op zijn gemak zat,
waar was dan geboorte, dood en ontbinding?
Toen er alleen God was, de volmaakte Schepper,
Wie was er dan bang voor de dood?
Toen er alleen de Ene Heer was, ongemanifesteerd en onbegrijpelijk,