Sukhmani Sahib

(Pagina: 87)


ਤਬ ਚਿਤ੍ਰ ਗੁਪਤ ਕਿਸੁ ਪੂਛਤ ਲੇਖਾ ॥
tab chitr gupat kis poochhat lekhaa |

Wie werd er dan ter verantwoording geroepen door de schrijvers van het bewuste en het onderbewuste?

ਜਬ ਨਾਥ ਨਿਰੰਜਨ ਅਗੋਚਰ ਅਗਾਧੇ ॥
jab naath niranjan agochar agaadhe |

Toen er alleen nog de Onbevlekte, Onbegrijpelijke, Ondoorgrondelijke Meester was,

ਤਬ ਕਉਨ ਛੁਟੇ ਕਉਨ ਬੰਧਨ ਬਾਧੇ ॥
tab kaun chhutte kaun bandhan baadhe |

Wie werd er dan geëmancipeerd en wie werd in slavernij gehouden?

ਆਪਨ ਆਪ ਆਪ ਹੀ ਅਚਰਜਾ ॥
aapan aap aap hee acharajaa |

Hijzelf, in en van Zichzelf, is de meest wonderbaarlijke.

ਨਾਨਕ ਆਪਨ ਰੂਪ ਆਪ ਹੀ ਉਪਰਜਾ ॥੩॥
naanak aapan roop aap hee uparajaa |3|

O Nanak, Hijzelf creëerde Zijn Eigen Vorm. ||3||

ਜਹ ਨਿਰਮਲ ਪੁਰਖੁ ਪੁਰਖ ਪਤਿ ਹੋਤਾ ॥
jah niramal purakh purakh pat hotaa |

Toen er alleen nog het Onbevlekte Wezen was, de Heer der wezens,

ਤਹ ਬਿਨੁ ਮੈਲੁ ਕਹਹੁ ਕਿਆ ਧੋਤਾ ॥
tah bin mail kahahu kiaa dhotaa |

er was geen vuil, dus wat moest er schoongewassen worden?

ਜਹ ਨਿਰੰਜਨ ਨਿਰੰਕਾਰ ਨਿਰਬਾਨ ॥
jah niranjan nirankaar nirabaan |

Toen er alleen de Zuivere, Vormloze Heer in Nirvanaa was,

ਤਹ ਕਉਨ ਕਉ ਮਾਨ ਕਉਨ ਅਭਿਮਾਨ ॥
tah kaun kau maan kaun abhimaan |

Wie werd er dan geëerd en wie werd onteerd?

ਜਹ ਸਰੂਪ ਕੇਵਲ ਜਗਦੀਸ ॥
jah saroop keval jagadees |

Toen er alleen nog de vorm was van de Heer van het heelal,

ਤਹ ਛਲ ਛਿਦ੍ਰ ਲਗਤ ਕਹੁ ਕੀਸ ॥
tah chhal chhidr lagat kahu kees |

Wie werd er dan besmet door bedrog en zonde?

ਜਹ ਜੋਤਿ ਸਰੂਪੀ ਜੋਤਿ ਸੰਗਿ ਸਮਾਵੈ ॥
jah jot saroopee jot sang samaavai |

Toen de Belichaming van Licht werd ondergedompeld in Zijn Eigen Licht,

ਤਹ ਕਿਸਹਿ ਭੂਖ ਕਵਨੁ ਤ੍ਰਿਪਤਾਵੈ ॥
tah kiseh bhookh kavan tripataavai |

Wie had er dan honger en wie was tevreden?

ਕਰਨ ਕਰਾਵਨ ਕਰਨੈਹਾਰੁ ॥
karan karaavan karanaihaar |

Hij is de Oorzaak der oorzaken, de Schepper Heer.

ਨਾਨਕ ਕਰਤੇ ਕਾ ਨਾਹਿ ਸੁਮਾਰੁ ॥੪॥
naanak karate kaa naeh sumaar |4|

O Nanak, de Schepper is niet te berekenen. ||4||

ਜਬ ਅਪਨੀ ਸੋਭਾ ਆਪਨ ਸੰਗਿ ਬਨਾਈ ॥
jab apanee sobhaa aapan sang banaaee |

Toen Zijn Glorie in Hemzelf vervat was,

ਤਬ ਕਵਨ ਮਾਇ ਬਾਪ ਮਿਤ੍ਰ ਸੁਤ ਭਾਈ ॥
tab kavan maae baap mitr sut bhaaee |

Wie was dan moeder, vader, vriend, kind of broer of zus?

ਜਹ ਸਰਬ ਕਲਾ ਆਪਹਿ ਪਰਬੀਨ ॥
jah sarab kalaa aapeh parabeen |

Toen alle macht en wijsheid latent in Hem aanwezig was,

ਤਹ ਬੇਦ ਕਤੇਬ ਕਹਾ ਕੋਊ ਚੀਨ ॥
tah bed kateb kahaa koaoo cheen |

Waar waren dan de Veda's en de geschriften, en wie was daar om ze te lezen?

ਜਬ ਆਪਨ ਆਪੁ ਆਪਿ ਉਰਿ ਧਾਰੈ ॥
jab aapan aap aap ur dhaarai |

Toen Hij Zichzelf, al met al, aan Zijn eigen hart behield,