Voor degenen die Uw Naam aanvaarden, ben ik voor altijd een offer. ||1||Pauze||
Als het lichaam het vat van de verver wordt, O Geliefde, en de Naam erin wordt geplaatst als kleurstof,
en als de verver die deze stof verft de Heer Meester is - O, zo'n kleur is nog nooit eerder gezien! ||2||
Degenen wier sjaals zo geverfd zijn, O Geliefden, hun Echtgenoot Heer is altijd bij hen.
Zegen mij met het stof van deze nederige wezens, o dierbare Heer. Zegt Nanak, dit is mijn gebed. ||3||
Hijzelf schept, en Hijzelf doordringt ons. Hijzelf schenkt Zijn Glans van Genade.
O Nanak, als de zielenbruid haar Echtgenoot Heer behaagt, geniet Hij Zelf van haar. ||4||1||3||
Tilang, Eerste Mehl:
O dwaze en onwetende zielsbruid, waarom ben je zo trots?
Waarom geniet je in het huis van jezelf niet van de Liefde van je Heer?
Uw Echtgenoot Heer is zo dichtbij, o dwaze bruid; Waarom zoeken jullie Hem buiten?
Pas de Vrees voor God toe als de maascara om je ogen te versieren, en maak de Liefde van de Heer tot je sieraad.
Dan zul je bekend staan als een toegewijde en toegewijde zielsbruid, wanneer je de liefde voor je Echtgenoot Heer vastlegt. ||1||
Wat kan de dwaze jonge bruid doen, als ze haar Echtgenoot Heer niet behaagt?
Ze mag zo vaak pleiten en smeken, maar toch zal zo'n bruid het Huis van de Tegenwoordigheid van de Heer niet verkrijgen.
Zonder het karma van goede daden wordt niets verkregen, ook al kan ze verwoed rondrennen.
Ze is bedwelmd door hebzucht, trots en egoïsme, en verdiept in Maya.
Op deze manieren kan zij haar Echtgenoot Heer niet verkrijgen; de jonge bruid is zo dwaas! ||2||
Ga en vraag de gelukkige, zuivere zielsbruiden: hoe hebben zij hun Echtgenoot Heer verkregen?
Wat de Heer ook doet, aanvaard het als goed; doe een einde aan je eigen slimheid en eigenzinnigheid.