Ik dien Hem, die mij mijn pijn doet vergeten; Hij is de Gever, voor eeuwig en altijd. ||1||
Mijn Heer en Meester is voor altijd nieuw; Hij is de Gever, voor eeuwig en altijd. ||1||Pauze||
Dag en nacht dien ik mijn Heer en Meester; Hij zal mij uiteindelijk redden.
Horend en luisterend, o mijn lieve zuster, ik ben overgestoken. ||2||
O Barmhartige Heer, Uw Naam draagt mij over.
Ik ben voor altijd een offer aan U. ||1||Pauze||
In de hele wereld is er alleen de Ene Ware Heer; er is helemaal geen ander.
Hij alleen dient de Heer, op wie de Heer Zijn Blik van Genade werpt. ||3||
Hoe zou ik zonder U kunnen leven, o geliefden?
Zegen mij met zoveel grootsheid, dat ik gehecht mag blijven aan Uw Naam.
Er is geen ander, O Geliefde, met wie ik kan gaan praten. ||1||Pauze||
Ik dien mijn Heer en Meester; Ik vraag om geen ander.
Nanak is Zijn slaaf; Van moment tot moment, beetje bij beetje, is hij een offer aan Hem. ||4||
O Heer Meester, ik ben een offer aan Uw Naam, van moment tot moment, beetje bij beetje. ||1||Pauze||4||1||
Tilang, Eerste Mehl, Derde Huis:
Eén Universele Schepper-God. Bij de gratie van de ware goeroe:
Deze lichaamsstof is geconditioneerd door Maya, o geliefde; dit doek is in hebzucht geverfd.
Mijn Echtgenoot Heer is niet blij met deze kleding, O Geliefde; hoe kan de zielenbruid naar Zijn bed gaan? ||1||
Ik ben een offer, o dierbare Barmhartige Heer; Ik ben een offer voor U.
Ik ben een offer voor degenen die Uw Naam aanvaarden.