De Boodschapper van de Dood grijpt haar vast en houdt haar vast, en vertelt niemand zijn geheim.
En haar dierbaren gaan in een oogwenk verder en laten haar helemaal alleen achter.
Ze wringt haar handen, haar lichaam kronkelt van de pijn en ze verandert van zwart in wit.
Zoals ze heeft geplant, zo oogst ze ook; dat is het veld van karma.
Nanak zoekt Gods Heiligdom; God heeft hem de Boot van Zijn Voeten gegeven.
Degenen die de Guru, de beschermer en de Verlosser, in Bhaadon liefhebben, zullen niet in de hel worden geworpen. ||7||
In de maand Assu overweldigt mijn liefde voor de Heer mij. Hoe kan ik de Heer gaan ontmoeten?
Mijn lichaam en geest zijn zo dorstig naar de gezegende visie van Zijn Darshan. Wil er alsjeblieft niet iemand komen en mij naar hem toe leiden, o mijn moeder.
De heiligen zijn de helpers van de minnaars van de Heer; Ik val en raak hun voeten aan.
Hoe kan ik zonder God vrede vinden? Je kunt nergens anders heen.
Degenen die de sublieme essentie van Zijn Liefde hebben geproefd, blijven tevreden en vervuld.
Ze doen afstand van hun egoïsme en verwaandheid en bidden: 'God, maak mij alstublieft vast aan de zoom van Uw gewaad.'
Degenen die de Echtgenoot Heer met Zichzelf heeft verenigd, zullen niet meer van Hem gescheiden worden.
Zonder God is er helemaal geen ander. Nanak is het Heiligdom van de Heer binnengegaan.
In Assu heeft de Heer, de Soevereine Koning, Zijn Barmhartigheid verleend, en zij wonen in vrede. ||8||
Doe goede daden in de maand Katak. Probeer niet iemand anders de schuld te geven.
Door de Transcendente Heer te vergeten, lopen we allerlei ziekten op.
Degenen die de Heer de rug toekeren, zullen van Hem worden gescheiden en keer op keer worden overgeleverd aan reïncarnatie.
In een oogwenk worden alle sensuele genoegens van Maya bitter.
Niemand kan dan als tussenpersoon optreden. Tot wie kunnen wij ons wenden en huilen?