Zoekend, zoekend, drink ik de Ambrosiale Nectar in.
Ik heb de weg van tolerantie gevolgd en mijn gedachten aan de Ware Goeroe gegeven.
Iedereen noemt zichzelf waar en oprecht.
Hij alleen is waar, die het juweel door de vier tijdperken heen verkrijgt.
Eten en drinken, men sterft, maar weet het nog steeds niet.
Hij sterft in een oogwenk, wanneer hij het Woord van de Shabad beseft.
Zijn bewustzijn wordt permanent stabiel en zijn geest accepteert de dood.
Door de genade van de Guru realiseert hij zich de Naam, de Naam van de Heer. ||19||
De Diepgaande Heer woont in de hemel van de geest, de Tiende Poort;
Door Zijn Glorieuze Lofzangen te zingen, verkeert men in intuïtief evenwicht en vrede.
Hij gaat niet om te komen, of komt om te gaan.
Door de genade van de Guru blijft hij liefdevol gefocust op de Heer.
De Heer van de geesthemel is ontoegankelijk, onafhankelijk en voorbij de geboorte.
De meest waardevolle Samaadhi is het stabiel houden van het bewustzijn, op Hem gericht.
Door de Naam van de Heer te gedenken, is men niet onderworpen aan reïncarnatie.
De leringen van de Goeroe zijn uitmuntend; op alle andere manieren ontbreekt de Naam, de Naam van de Heer. ||20||
Terwijl ik langs talloze drempels en huizen dwaalde, ben ik moe geworden.
Mijn incarnaties zijn ontelbaar, zonder beperking.
Ik heb zoveel moeders en vaders, zonen en dochters gehad.
Ik heb zoveel goeroes en discipelen gehad.