In dit donkere tijdperk van Kali Yuga is de Naam van de Heer de Vernietiger van angst, de Uitroeier van kwaadwilligheid.
Dag en nacht, O Nanak, wie vibreert en mediteert op de Naam van de Heer, ziet dat al zijn werken tot bloei komen. ||20||
Tril met je tong de Glorieuze Lof van de Heer van het Universum; hoor met uw oren de Naam van de Heer.
Zegt Nanak, luister man: je hoeft niet naar het huis van de Dood te gaan. ||21||
Die sterveling die afstand doet van bezitterigheid, hebzucht, emotionele gehechtheid en egoïsme
zegt Nanak, hijzelf is gered, en hij redt ook vele anderen. ||22||
Net als een droom en een show, zo is deze wereld, dat moet je weten.
Niets van dit alles is waar, O Nanak, zonder God. ||23||
Dag en nacht, in het belang van Maya, dwaalt de sterveling voortdurend rond.
Onder de miljoenen, O Nanak, is er nauwelijks iemand die de Heer in zijn bewustzijn houdt. ||24||
Terwijl de belletjes in het water opwellen en weer verdwijnen,
zo wordt het universum geschapen; zegt Nanak, luister, o mijn vriend! ||25||
De sterveling herinnert zich de Heer niet, zelfs niet voor een moment; hij wordt verblind door de wijn van Maya.
Zegt Nanak, zonder op de Heer te mediteren, wordt hij gevangen door de strop van de Dood. ||26||
Als u naar eeuwige vrede verlangt, zoek dan het heiligdom van de Heer.
Zegt Nanak, luister, let op: dit menselijke lichaam is moeilijk te verkrijgen. ||27||
In het belang van Maya rennen de dwazen en onwetende mensen overal rond.
Nanak zegt: zonder op de Heer te mediteren, gaat het leven nutteloos voorbij. ||28||
Die sterveling die dag en nacht op de Heer mediteert en vibreert: ken dat Hij de belichaming van de Heer is.
Er is geen verschil tussen de Heer en de nederige dienaar van de Heer; O Nanak, weet dat dit waar is. ||29||