Pauree:
GHAGHA: Houd dit in uw gedachten: er is niemand behalve de Heer.
Dat is er nooit geweest en dat zal er ook nooit zijn. Hij dringt overal door.
Je zult in Hem opgaan, o geest, als je naar Zijn Heiligdom komt.
In dit donkere tijdperk van Kali Yuga zal alleen de Naam, de Naam van de Heer, van enig werkelijk nut voor je zijn.
Velen werken en zwoegen voortdurend, maar uiteindelijk krijgen ze spijt en berouw.
Hoe kunnen ze zonder toegewijde aanbidding van de Heer stabiliteit vinden?
Alleen zij proeven de allerhoogste essentie en drinken de ambrozijnnectar,
O Nanak, aan wie de Heer, de Guru, het geeft. ||20||
Gauri creëert een sfeer waarin de luisteraar wordt aangemoedigd om harder te streven om een doel te bereiken. De aanmoediging van de Raag zorgt er echter niet voor dat het ego groter wordt. Dit schept dus de sfeer waarin de luisteraar wordt aangemoedigd, maar toch wordt voorkomen dat hij arrogant en zelfingenomen wordt.