Terwijl ik over de Guru nadenk, heb ik deze leringen geleerd;
Terwijl Hij Zijn Genade schenkt, draagt Hij Zijn dienaren over.
De oliepers, het spinnewiel, de slijpstenen, de pottenbakkersschijf,
de talrijke, talloze wervelwinden in de woestijn,
de tollen, de karnstokken, de dorsmachines,
het ademloze tuimelen van de vogels,
en de mannen bewegen zich rond en rond op spindels
Nanak, de tuimelaars zijn ontelbaar en eindeloos.
De Heer bindt ons in slavernij – zo draaien wij ook rond.
Volgens hun daden dansen alle mensen.
Degenen die dansen en dansen en lachen, zullen huilen bij hun uiteindelijke vertrek.
Ze vliegen niet naar de hemel, noch worden ze Siddha's.
Ze dansen en springen rond op de impulsen van hun geest.
O Nanak, degenen wier geest gevuld is met de angst voor God, hebben ook de liefde van God in hun geest. ||2||
Pauree:
Uw naam is de onbevreesde Heer; door Uw Naam te chanten, hoeft men niet naar de hel te gaan.
Ziel en lichaam behoren Hem allemaal toe; Hem vragen om ons levensonderhoud te geven is zonde.
Als je naar goedheid verlangt, verricht dan goede daden en voel je nederig.
Zelfs als je de tekenen van ouderdom wegneemt, zal ouderdom nog steeds onder het mom van de dood komen.
Niemand blijft hier als het aantal ademhalingen vol is. ||5||