Uit Zichzelf, en door Zichzelf, O Nanak, bestaat God. ||7||
Vele miljoenen zijn de dienaren van de Allerhoogste Heer God.
Hun zielen zijn verlicht.
Vele miljoenen kennen de essentie van de werkelijkheid.
Hun ogen staren voor altijd alleen naar de Ene.
Vele miljoenen drinken de essentie van de Naam.
Ze worden onsterfelijk; ze leven voor eeuwig en altijd.
Vele miljoenen zingen de glorieuze lofzangen van de Naam.
Ze gaan op in intuïtieve vrede en plezier.
Hij gedenkt Zijn dienaren met elke ademhaling.
O Nanak, zij zijn de geliefden van de Transcendente Heer God. ||8||10||
Salok:
Alleen God is de Dader van daden; er is helemaal geen ander.
O Nanak, ik ben een offer aan Degene, die de wateren, de landen, de lucht en alle ruimte doordringt. ||1||
Ashtapadee:
De Doener, de Oorzaak van de oorzaken, is tot alles in staat.
Dat wat Hem behaagt, gebeurt.
In een ogenblik schept en vernietigt Hij.
Hij kent geen einde of beperking.
Op Zijn bevel heeft Hij de aarde gevestigd, en Hij houdt haar zonder steun in stand.