Sorat'h, vijfde Mehl:
U laat mij doen wat U behaagt.
Ik heb helemaal geen slimheid.
Ik ben nog maar een kind - ik zoek Uw bescherming.
God Zelf bewaart mijn eer. ||1||
De Heer is mijn Koning; Hij is mijn vader en moeder.
In Uw Barmhartigheid koestert U mij; Ik doe alles wat U mij laat doen. ||Pauze||
De wezens en schepselen zijn Uw creatie.
O God, hun teugels zijn in Uw handen.
Wat U ons ook laat doen, wij doen het.
Nanak, Uw slaaf, zoekt Uw bescherming. ||2||7||71||
Sorath brengt het gevoel over dat je zo sterk in iets gelooft dat je de ervaring wilt blijven herhalen. In feite is dit gevoel van zekerheid zo sterk dat je de overtuiging wordt en die overtuiging gaat leven. De sfeer van Sorath is zo krachtig, dat uiteindelijk zelfs de meest ongevoelige luisteraar wordt aangetrokken.