Hoe kan ik Hem vergeten, o mijn moeder?
Waar is de Meester, Waar is Zijn Naam. ||1||Pauze||
Ik probeer zelfs maar een greintje van de Grootsheid van de Ware Naam te beschrijven,
mensen zijn moe geworden, maar ze hebben het niet kunnen beoordelen.
Zelfs als iedereen samen zou komen en over Hem zou spreken,
Hij zou niet groter of kleiner worden. ||2||
Die Heer sterft niet; er is geen reden om te rouwen.
Hij blijft geven, en Zijn voorzieningen komen nooit tekort.
Deze deugd is alleen van Hem; er is geen ander zoals Hij.
Dat is er nooit geweest en dat zal er ook nooit zijn. ||3||
Zo groot als U zelf bent, O Heer, zo groot zijn Uw gaven.
Degene die de dag heeft geschapen, heeft ook de nacht geschapen.
Degenen die hun Heer en Meester vergeten zijn verachtelijk en verachtelijk.
O Nanak, zonder de Naam zijn het ellendige verschoppelingen. ||4||3||
Raag Goojaree, Vierde Mehl:
O nederige dienaar van de Heer, O Ware Goeroe, O Ware Oerwezen: ik bied U mijn nederige gebed aan, O Goeroe.
Ik ben maar een insect, een worm. O Ware Goeroe, ik zoek Uw Heiligdom. Wees alstublieft barmhartig en zegen mij met het licht van de Naam, de Naam van de Heer. ||1||
O mijn beste vriend, o goddelijke goeroe, verlicht mij alstublieft met de Naam van de Heer.
Door de leringen van de Guru is de Naam mijn levensadem. De Kirtan van de Lof van de Heer is mijn levensbezigheid. ||1||Pauze||
De dienaren van de Heer hebben het grootste geluk; ze hebben geloof in de Heer en verlangen naar de Heer.