Hijzelf mengt zich met iedereen.
Hijzelf schiep Zijn eigen uitgestrektheid.
Alle dingen zijn van Hem; Hij is de Schepper.
Wat zou er zonder Hem gedaan kunnen worden?
In de ruimtes en tussenruimtes is Hij de Ene.
In Zijn eigen stuk is Hijzelf de Acteur.
Hij produceert Zijn toneelstukken met een oneindige variatie.
Hijzelf is in de geest, en de geest is in Hem.
O Nanak, Zijn waarde kan niet worden geschat. ||7||
Waar, waar, waar is God, onze Heer en Meester.
Bij de gratie van de Goeroe spreken sommigen over Hem.
Waar, waar, waar is de Schepper van alles.
Van de miljoenen kent bijna niemand Hem.
Mooi, mooi, mooi is jouw sublieme vorm.
Je bent voortreffelijk mooi, oneindig en onvergelijkbaar.
Puur, puur, puur is het woord van jouw Bani,
gehoord in ieder hart, gesproken in de oren.
Heilig, heilig, heilig en subliem puur
- zing de Naam, O Nanak, met oprechte liefde. ||8||12||
Salok: