Sukhmani Sahib

(Pagina: 48)


ਸੋ ਨਰਕਪਾਤੀ ਹੋਵਤ ਸੁਆਨੁ ॥
so narakapaatee hovat suaan |

zal in de hel wonen en een hond worden.

ਜੋ ਜਾਨੈ ਮੈ ਜੋਬਨਵੰਤੁ ॥
jo jaanai mai jobanavant |

Iemand die meent dat hij de schoonheid van de jeugd bezit,

ਸੋ ਹੋਵਤ ਬਿਸਟਾ ਕਾ ਜੰਤੁ ॥
so hovat bisattaa kaa jant |

zal een made in de mest worden.

ਆਪਸ ਕਉ ਕਰਮਵੰਤੁ ਕਹਾਵੈ ॥
aapas kau karamavant kahaavai |

Iemand die beweert deugdzaam te handelen,

ਜਨਮਿ ਮਰੈ ਬਹੁ ਜੋਨਿ ਭ੍ਰਮਾਵੈ ॥
janam marai bahu jon bhramaavai |

zullen leven en sterven, dwalend door talloze reïncarnaties.

ਧਨ ਭੂਮਿ ਕਾ ਜੋ ਕਰੈ ਗੁਮਾਨੁ ॥
dhan bhoom kaa jo karai gumaan |

Iemand die trots is op rijkdom en land

ਸੋ ਮੂਰਖੁ ਅੰਧਾ ਅਗਿਆਨੁ ॥
so moorakh andhaa agiaan |

is een dwaas, blind en onwetend.

ਕਰਿ ਕਿਰਪਾ ਜਿਸ ਕੈ ਹਿਰਦੈ ਗਰੀਬੀ ਬਸਾਵੈ ॥
kar kirapaa jis kai hiradai gareebee basaavai |

Iemand wiens hart barmhartig gezegend is met blijvende nederigheid,

ਨਾਨਕ ਈਹਾ ਮੁਕਤੁ ਆਗੈ ਸੁਖੁ ਪਾਵੈ ॥੧॥
naanak eehaa mukat aagai sukh paavai |1|

O Nanak, wordt hier bevrijd en verkrijgt hierna vrede. ||1||

ਧਨਵੰਤਾ ਹੋਇ ਕਰਿ ਗਰਬਾਵੈ ॥
dhanavantaa hoe kar garabaavai |

Iemand die rijk wordt en daar trots op is

ਤ੍ਰਿਣ ਸਮਾਨਿ ਕਛੁ ਸੰਗਿ ਨ ਜਾਵੈ ॥
trin samaan kachh sang na jaavai |

zelfs geen stukje stro mag met hem meegaan.

ਬਹੁ ਲਸਕਰ ਮਾਨੁਖ ਊਪਰਿ ਕਰੇ ਆਸ ॥
bahu lasakar maanukh aoopar kare aas |

Hij kan zijn hoop vestigen op een groot leger mannen,

ਪਲ ਭੀਤਰਿ ਤਾ ਕਾ ਹੋਇ ਬਿਨਾਸ ॥
pal bheetar taa kaa hoe binaas |

maar hij zal in een oogwenk verdwijnen.

ਸਭ ਤੇ ਆਪ ਜਾਨੈ ਬਲਵੰਤੁ ॥
sabh te aap jaanai balavant |

Iemand die zichzelf beschouwt als de sterkste van allemaal,

ਖਿਨ ਮਹਿ ਹੋਇ ਜਾਇ ਭਸਮੰਤੁ ॥
khin meh hoe jaae bhasamant |

zal in een oogwenk tot as worden gereduceerd.

ਕਿਸੈ ਨ ਬਦੈ ਆਪਿ ਅਹੰਕਾਰੀ ॥
kisai na badai aap ahankaaree |

Iemand die aan niemand anders denkt dan aan zijn eigen trotse zelf

ਧਰਮ ਰਾਇ ਤਿਸੁ ਕਰੇ ਖੁਆਰੀ ॥
dharam raae tis kare khuaaree |

de rechtvaardige rechter van Dharma zal zijn schande blootleggen.

ਗੁਰਪ੍ਰਸਾਦਿ ਜਾ ਕਾ ਮਿਟੈ ਅਭਿਮਾਨੁ ॥
guraprasaad jaa kaa mittai abhimaan |

Iemand die, bij de gratie van de Goeroe, zijn ego elimineert,

ਸੋ ਜਨੁ ਨਾਨਕ ਦਰਗਹ ਪਰਵਾਨੁ ॥੨॥
so jan naanak daragah paravaan |2|

O Nanak, wordt aanvaardbaar in het Hof van de Heer. ||2||

ਕੋਟਿ ਕਰਮ ਕਰੈ ਹਉ ਧਾਰੇ ॥
kott karam karai hau dhaare |

Als iemand miljoenen goede daden verricht, terwijl hij uit ego handelt,