Omdat hij zichzelf beschouwt als de slaaf van de slaven van de Heer, verkrijgt hij het.
Hij weet dat de Heer altijd aanwezig en dichtbij is.
Zo'n dienaar wordt geëerd in het Hof van de Heer.
Aan Zijn dienaar toont Hij Zelf Zijn Barmhartigheid.
Zo'n dienaar begrijpt alles.
Te midden van alles is zijn ziel niet gehecht.
Dat is de weg, O Nanak, van de dienaar van de Heer. ||6||
Iemand die in zijn ziel de Wil van God liefheeft,
Er wordt gezegd dat het Jivan Mukta is - bevrijd terwijl hij nog leefde.
Zoals vreugde is, zo is verdriet voor hem.
Hij verkeert in eeuwige gelukzaligheid en is niet gescheiden van God.
Zoals goud voor hem geldt, zo is stof ook.
Zoals ambrosiale nectar is, zo is bitter vergif voor hem.
Zoals eer is, zo is oneer.
Zoals de bedelaar is, zo is de koning.
Wat God ook verordend, dat is zijn manier.
O Nanak, dat wezen staat bekend als Jivan Mukta. ||7||
Alle plaatsen behoren toe aan de Allerhoogste Heer God.
Overeenkomstig de huizen waarin zij zijn geplaatst, worden Zijn schepselen ook genoemd.
Hijzelf is de doener, de oorzaak van de oorzaken.