De dwaas beweert opschepperig over de kennis van Zijn geheimen,
wat zelfs de Veda’s niet weten.391.
De dwaas beschouwt Hem als een steen,
maar de grote dwaas kent geen geheim
Hij noemt Shiva “De Eeuwige Heer,
'maar hij kent het geheim van de vormloze Heer niet.392.
Volgens het gewonnen intellect,
men beschrijft U anders
De grenzen van Uw schepping kunnen niet gekend worden
en hoe de wereld in het begin werd gevormd?
Hij heeft slechts één ongeëvenaarde vorm
Hij manifesteert zich op verschillende plaatsen als een arme man of als koning
Hij creëerde wezens uit eieren, baarmoeders en zweet
Toen schiep Hij het plantenrijk.394.
Ergens zit Hij vreugdevol als een koning
Ergens contracteert Hij Zichzelf als Shiva, de Yogi
Heel Zijn schepping ontvouwt prachtige dingen
Hij, de Oerkracht, is vanaf het begin Zelfbestaand.395.
O Heer! houd mij nu onder Uw bescherming
Bescherm mijn discipelen en vernietig mijn vijanden