Tav Prasad Savaiye (Deenan Ki)

(Pagina: 2)

ਦੇਹ ਬਿਹੀਨ ਸਨੇਹ ਸਭੋ ਤਨ ਨੇਹ ਬਿਰਕਤ ਅਗੇਹ ਅਛੈ ਹੈ ॥

deh biheen saneh sabho tan neh birakat ageh achhai hai |

Hij heeft geen lichaam, houdt van iedereen, maar zonder wereldse gehechtheid, onoverwinnelijk en kan niet in de greep worden gehouden.

ਜਾਨ ਕੋ ਦੇਤ ਅਜਾਨ ਕੋ ਦੇਤ ਜਮੀਨ ਕੋ ਦੇਤ ਜਮਾਨ ਕੋ ਦੈ ਹੈ ॥

jaan ko det ajaan ko det jameen ko det jamaan ko dai hai |

Hij voorziet in levensonderhoud voor alle levende en levenloze wezens en voor iedereen die op aarde en in de lucht leeft.

ਕਾਹੇ ਕੋ ਡੋਲਤ ਹੈ ਤੁਮਰੀ ਸੁਧ ਸੁੰਦਰ ਸ੍ਰੀ ਪਦਮਾਪਤਿ ਲੈਹੈ ॥੫॥੨੪੭॥

kaahe ko ddolat hai tumaree sudh sundar sree padamaapat laihai |5|247|

Waarom aarzel je, o schepsel! De mooie Heer van Maya zal voor je zorgen. 5.247.

ਰੋਗਨ ਤੇ ਅਰ ਸੋਗਨ ਤੇ ਜਲ ਜੋਗਨ ਤੇ ਬਹੁ ਭਾਂਤਿ ਬਚਾਵੈ ॥

rogan te ar sogan te jal jogan te bahu bhaant bachaavai |

Hij beschermt bij vele slagen, maar geen enkele treft uw lichaam.

ਸਤ੍ਰ ਅਨੇਕ ਚਲਾਵਤ ਘਾਵ ਤਊ ਤਨ ਏਕ ਨ ਲਾਗਨ ਪਾਵੈ ॥

satr anek chalaavat ghaav taoo tan ek na laagan paavai |

De vijand deelt vele slagen uit, maar geen enkele treft uw lichaam.

ਰਾਖਤ ਹੈ ਅਪਨੋ ਕਰ ਦੈ ਕਰ ਪਾਪ ਸੰਬੂਹ ਨ ਭੇਟਨ ਪਾਵੈ ॥

raakhat hai apano kar dai kar paap sanbooh na bhettan paavai |

Wanneer de Heer met zijn eigen handen beschermt, maar geen van de zonden komt zelfs maar in uw buurt.

ਔਰ ਕੀ ਬਾਤ ਕਹਾ ਕਹ ਤੋ ਸੌ ਸੁ ਪੇਟ ਹੀ ਕੇ ਪਟ ਬੀਚ ਬਚਾਵੈ ॥੬॥੨੪੮॥

aauar kee baat kahaa kah to sau su pett hee ke patt beech bachaavai |6|248|

Wat moet ik nog meer tegen je zeggen: Hij beschermt (het kind) zelfs in de vliezen van de baarmoeder.6.248.

ਜਛ ਭੁਜੰਗ ਸੁ ਦਾਨਵ ਦੇਵ ਅਭੇਵ ਤੁਮੈ ਸਭ ਹੀ ਕਰ ਧਿਆਵੈ ॥

jachh bhujang su daanav dev abhev tumai sabh hee kar dhiaavai |

De Yaksha's, slangen, demonen en goden mediteren op U en beschouwen U als Onverschillig.

ਭੂਮਿ ਅਕਾਸ ਪਤਾਲ ਰਸਾਤਲ ਜਛ ਭੁਜੰਗ ਸਭੈ ਸਿਰ ਨਿਆਵੈ ॥

bhoom akaas pataal rasaatal jachh bhujang sabhai sir niaavai |

De wezens van de aarde, de Yaksha's van de hemel en de slangen van de onderwereld buigen hun hoofden voor u.

ਪਾਇ ਸਕੈ ਨਹੀ ਪਾਰ ਪ੍ਰਭਾ ਹੂ ਕੋ ਨੇਤ ਹੀ ਨੇਤਹ ਬੇਦ ਬਤਾਵੈ ॥

paae sakai nahee paar prabhaa hoo ko net hee netah bed bataavai |

Niemand kon de grenzen van Uw Glorie begrijpen en zelfs de Veda’s verklaren U als ��Neti, Neti��

ਖੋਜ ਥਕੇ ਸਭ ਹੀ ਖੁਜੀਆ ਸੁਰ ਹਾਰ ਪਰੇ ਹਰਿ ਹਾਥ ਨ ਆਵੈ ॥੭॥੨੪੯॥

khoj thake sabh hee khujeea sur haar pare har haath na aavai |7|249|

Alle zoekers zijn moe geworden van hun zoektocht en geen van hen kon de Heer verwezenlijken. 7.249.

ਨਾਰਦ ਸੇ ਚਤੁਰਾਨਨ ਸੇ ਰੁਮਨਾ ਰਿਖ ਸੇ ਸਭ ਹੂੰ ਮਿਲਿ ਗਾਇਓ ॥

naarad se chaturaanan se rumanaa rikh se sabh hoon mil gaaeio |

Narada, Brahma en de wijze Rumna hebben allemaal samen Uw Lof gezongen.

ਬੇਦ ਕਤੇਬ ਨ ਭੇਦ ਲਖਿਓ ਸਭ ਹਾਰ ਪਰੇ ਹਰਿ ਹਾਥ ਨ ਆਇਓ ॥

bed kateb na bhed lakhio sabh haar pare har haath na aaeio |

De Veda's en Katebs konden niet weten dat Zijn sekte allemaal moe was geworden, maar de Heer kon niet worden gerealiseerd.

ਪਾਇ ਸਕੈ ਨਹੀ ਪਾਰ ਉਮਾਪਤਿ ਸਿਧ ਸਨਾਥ ਸਨੰਤਨ ਧਿਆਇਓ ॥

paae sakai nahee paar umaapat sidh sanaath sanantan dhiaaeio |

Shiva kon ook Zijn grenzen niet kennen. De adepten (Siddha's) samen met Naths en Sanak enz. Mediteerden op Hem.

ਧਿਆਨ ਧਰੋ ਤਿਹ ਕੋ ਮਨ ਮੈਂ ਜਿਹ ਕੋ ਅਮਿਤੋਜਿ ਸਭੈ ਜਗੁ ਛਾਇਓ ॥੮॥੨੫੦॥

dhiaan dharo tih ko man main jih ko amitoj sabhai jag chhaaeio |8|250|

Concentreer u in uw gedachten op Hem, Wiens Onbegrensde Glorie over de hele wereld verspreid is.8.250.

ਬੇਦ ਪੁਰਾਨ ਕਤੇਬ ਕੁਰਾਨ ਅਭੇਦ ਨ੍ਰਿਪਾਨ ਸਭੈ ਪਚ ਹਾਰੇ ॥

bed puraan kateb kuraan abhed nripaan sabhai pach haare |

De Veda's, Purana's, Katebs en de Koran en de koningen zijn allemaal moe en zeer getroffen door het niet kennen van het mysterie van de Heer.

ਭੇਦ ਨ ਪਾਇ ਸਕਿਓ ਅਨਭੇਦ ਕੋ ਖੇਦਤ ਹੈ ਅਨਛੇਦ ਪੁਕਾਰੇ ॥

bhed na paae sakio anabhed ko khedat hai anachhed pukaare |

Ze konden het mysterie van de Ononderscheidende Heer niet begrijpen, omdat ze zeer bedroefd waren, reciteerden ze de Naam van de Onaantastbare Heer.

ਰਾਗ ਨ ਰੂਪ ਨ ਰੇਖ ਨ ਰੰਗ ਨ ਸਾਕ ਨ ਸੋਗ ਨ ਸੰਗਿ ਤਿਹਾਰੇ ॥

raag na roop na rekh na rang na saak na sog na sang tihaare |

De Heer die zonder genegenheid, vorm, merkteken, kleur, betrekkelijkheid en verdriet is, blijft bij u.

ਆਦਿ ਅਨਾਦਿ ਅਗਾਧ ਅਭੇਖ ਅਦ੍ਵੈਖ ਜਪਿਓ ਤਿਨ ਹੀ ਕੁਲ ਤਾਰੇ ॥੯॥੨੫੧॥

aad anaad agaadh abhekh advaikh japio tin hee kul taare |9|251|

Degenen die zich die Oorspronkelijke, beginloze, onwetende en vlekkeloze Heer hebben herinnerd, hebben hun hele clan doorkruist.9.251

ਤੀਰਥ ਕੋਟ ਕੀਏ ਇਸਨਾਨ ਦੀਏ ਬਹੁ ਦਾਨ ਮਹਾ ਬ੍ਰਤ ਧਾਰੇ ॥

teerath kott kee isanaan dee bahu daan mahaa brat dhaare |

Na op miljoenen pelgrimsstations een bad te hebben genomen, veel liefdadigheidsgeschenken te hebben gegeven en belangrijke vastendagen te hebben nageleefd.