Gij zijt grenzeloze Heer!
U bent de ongeëvenaarde Heer!
Gij zijt Proploze Heer!
U bent de ongeboren Heer! 39
Gij zijt de Ondoorgrondelijke Heer!
U bent de ongeboren Heer!
Gij zijt Elementloze Heer!
U bent de onbesmette Heer! 40
Gij zijt de Aldoordringende Heer!
Gij zijt een treurige Heer!
U bent een daadloze Heer!
Gij zijt illusieloze Heer! 41
U bent de onoverwinnelijke Heer!
U bent een onbevreesde Heer!
Gij zijt bewegingloze Heer!
Gij zijt een ondoorgrondelijke Heer.! 42
U bent een onmetelijke Heer!
Gij zijt de Schatheer!
Gij zijt Veelvoudige Heer!
U bent de Enige Heer! 43