De wereld dwaalt rond, bedelend, maar de Heer is de Gever van alles.
Zegt Nanak, mediteer ter nagedachtenis aan Hem, en al je werken zullen succesvol zijn. ||40||
Waarom ben je zo valse trots op jezelf? Je moet weten dat de wereld slechts een droom is.
Niets hiervan is van jou; Nanak verkondigt deze waarheid. ||41||
Je bent zo trots op je lichaam; het zal in een oogwenk vergaan, mijn vriend.
Die sterveling die de Lof van de Heer zingt, O Nanak, verovert de wereld. ||42||
Die persoon, die in gedachtenis op de Heer in zijn hart mediteert, is bevrijd – weet dit maar al te goed.
Er is geen verschil tussen die persoon en de Heer: O Nanak, accepteer dit als de waarheid. ||43||
Die persoon, die in zijn geest geen toewijding aan God voelt
- O Nanak, weet dat zijn lichaam lijkt op dat van een varken of een hond. ||44||
Een hond verlaat nooit het huis van zijn baas.
Nanak, tril en mediteer op precies dezelfde manier op de Heer, doelbewust, met eenpuntig bewustzijn. ||45||
Degenen die pelgrimstochten maken naar heilige heiligdommen, rituele vasten observeren en donaties doen aan goede doelen, terwijl ze nog steeds trots zijn op hun geest
- O Nanak, hun acties zijn nutteloos, net als de olifant, die een bad neemt en zich dan in het stof rolt. ||46||
Het hoofd schudt, de voeten wankelen en de ogen worden dof en zwak.
Zegt Nanak, dit is jouw toestand. En zelfs nu heb je nog niet genoten van de sublieme essentie van de Heer. ||47||
Ik had de wereld als de mijne beschouwd, maar niemand is van iemand anders.
O Nanak, alleen toegewijde aanbidding van de Heer is blijvend; veranker dit in uw gedachten. ||48||
De wereld en haar zaken zijn volkomen vals; Weet dit goed, mijn vriend.
Zegt Nanak, het is als een muur van zand; het zal niet standhouden. ||49||